Op 7 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de Internationale Rechtsulpkamer, een beslissing genomen op een verzoek om toestemming voor uitbreiding van de vervolging van een overgeleverde persoon, ingediend door de Belgische autoriteiten. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 14 van de Overleveringswet (OLW) en betreft een persoon die op 14 november 2022 in België is gehoord door de eerste substituut-procureur des Konings. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgeleverde persoon, die de Nederlandse nationaliteit bezit, recht heeft op een terugkeergarantie indien hij in België onherroepelijk wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. Het Openbaar Ministerie te Amsterdam heeft op 6 maart 2023 een verzoek tot deze garantie ingediend bij de Belgische autoriteiten, die op 7 maart 2023 bevestigden dat de garantie was afgegeven. De rechtbank oordeelde dat de garantie voldoende was en heeft het verzoek om toestemming voor uitbreiding van de vervolging ingewilligd. De beslissing is genomen door mr. C. Klomp als voorzitter, met mrs. A. Pahladsingh en L. Dolfing als rechters, in tegenwoordigheid van griffier mr. H.L. van Loon.