Op 1 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Regional Court in Czestochowa, Polen. Het EAB, dat dateert van 25 september 2018, strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is geboren in 1975. De zaak is behandeld in het kader van een vordering van de officier van justitie tot in behandeling nemen van het EAB, ingediend op 24 januari 2023. Tijdens de zitting op 25 januari 2023 waren de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw niet aanwezig, waardoor de behandeling werd aangehouden om meerdere EAB's tegelijk te kunnen behandelen.
De behandeling is voortgezet op 15 februari 2023, waarbij de opgeëiste persoon wel aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsvrouw en een tolk. De rechtbank constateerde dat de wettelijke termijn voor het nemen van een beslissing op het overleveringsverzoek was verstreken, maar dat dit de verplichting om te beslissen niet opheft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
De rechtbank heeft ook de inhoud van het EAB beoordeeld, dat betrekking heeft op een vonnis van 8 januari 2017, waarbij de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van 9 jaar is opgelegd. Gezien de substantiële totale reststraf van meer dan 26 jaar in de aanhangige overleveringszaken, heeft de rechtbank besloten om de zaken gezamenlijk te blijven behandelen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting heropend en geschorst voor onbepaalde tijd, met de oproeping van de opgeëiste persoon en een tolk voor een nader te bepalen datum.