Uitspraak
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De ontnemingsvordering
3.De grondslag van de vordering
4.Het wederrechtelijk verkregen voordeel
geenrekening worden gehouden met (i) het bedrag van € 17.033,40 voor de aanschaf van verdovende middelen en grondstoffen (MDMA-pillen en PMK glycidezuur), en (ii) het bedrag van € 4.000,00 voor de aanschaf van de motor. Veroordeelde is vrijgesproken van het (mede)plegen van de handel en/of productie van harddrugs. Hij heeft nadrukkelijk ontkend dat de pillen en grondstoffen van hem zijn en heeft verklaard dat hij de spullen voor een bekende in de boxruimte heeft gezet en niet wist wat er in de dozen en de tas zat. Dat veroordeelde de eigenaar was, is op basis van het dossier ook niet aannemelijk. Verder was hij ten tijde van zijn aanhouding niet vermogend en daardoor niet in staat de verdovende middelen en grondstoffen voor de productie daarvan zelf te financieren. Nu niet kan worden vastgesteld dat veroordeelde de verdovende middelen en grondstoffen in eigendom had en (dus) zelf heeft gefinancierd, dient het bedrag van
€ 17.033,40 niet bij de werkelijk contante uitgaven inclusief bankstortingen te worden meegenomen. Ook de aankoopwaarde van de motor kan niet als wederrechtelijk verkregen voordeel worden aangemerkt. Uit de stukken volgt dat de motorfiets is aangeschaft met contanten die door de politie zijn aangemerkt als legale contante ontvangsten.
5.De verplichting tot betaling
6.Het toepasselijke wettelijke voorschrift
7.De beslissing
€ 24.606,50(vierentwintigduizend zeshonderdzes euro en vijftig cent).
[verdachte]de verplichting tot betaling van
€ 24.606,50(vierentwintigduizend zeshonderdzes euro en vijftig cent) aan de Staat.