ECLI:NL:RBAMS:2023:5256

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2023
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
10363488 \ CV EXPL 23-2949
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van gefactureerde bedragen en tegenvordering wegens smaad

In deze zaak heeft de besloten vennootschap STC BUREAU B.V. (hierna: STC) een vordering ingesteld tegen ADA TRAFFIC B.V. (hierna: ADA) voor betaling van gefactureerde bedragen voor ingehuurde verkeersregelaars. STC heeft op 22 augustus 2022 verschillende facturen aan ADA gestuurd, met een totale hoofdsom van € 13.300,32, en vordert daarnaast buitengerechtelijke incassokosten en rente. ADA heeft echter betwist dat zij nog bedragen aan STC verschuldigd is, en heeft aangevoerd dat zij de facturen al heeft betaald, waarbij zij ook bewijsstukken heeft overgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat STC sommige diensten dubbel heeft gefactureerd en dat ADA een groot deel van de facturen al heeft voldaan. Hierdoor heeft de rechtbank de vorderingen van STC afgewezen en STC veroordeeld in de proceskosten.

In reconventie heeft ADA een tegenvordering ingesteld van € 35.000 wegens smaad, stellende dat STC zich negatief over haar heeft uitgelaten tegenover klanten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat ADA niet voldoende bewijs heeft geleverd voor deze claim, waardoor ook deze vordering is afgewezen. De proceskosten in reconventie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter op 11 augustus 2023.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10363488 \ CV EXPL 23-2949
Vonnis van 11 augustus 2023 (bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STC BUREAU B.V.,
gevestigd te Leiderdorp,
eisende partij in conventie,
verweerder in reconventie,
hierna te noemen: STC,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADA TRAFFIC B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: ADA,
die zelf procedeert.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 31 januari 2023, met bijlagen,
- het verweer van ADA, met bijlagen,
- het tussenvonnis van 9 juni 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 25 juli 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
ADA heeft verkeersregelaars van STC ingehuurd. Daarvoor heeft STC steeds facturen gestuurd.
2.2.
Op 22 augustus 2022 heeft STC voor een aantal werkzaamheden facturen gestuurd, het gaat om de volgende facturen:
factuurnummer
hoogte
[fact.nr. 1]
€ 1.742,40
[fact.nr. 2]
€ 1.103,52
[fact.nr. 3]
€ 1.815,00
[fact.nr. 4]
€ 1.074,48
[fact.nr. 5]
€ 290,40
[fact.nr. 6]
€ 2.874,96
[fact.nr. 7]
€ 1.466,52
[fact.nr. 8]
€ 2.904,00
[fact.nr. 9]
€ 29,04
Op al deze facturen staat de vervaldatum van 23 augustus 2023 vermeld.
2.3.
Bij brief van 23 augustus 2023 heeft de gemachtigde van STC betaling gevorderd van de facturen onder 2.2, de rente over die facturen en de wettelijke incassokosten.
2.4.
Dezelfde dag heeft ADA per e-mail aan STC en haar gemachtigde geschreven dat zij de facturen al heeft betaald en dat sommige werkzaamheden al op eerder betaalde facturen in rekening zijn gebracht. ADA heeft daarbij per factuur vermeld wanneer zij deze heeft betaald en welke facturen over eerder in rekening gebrachte werkzaamheden gaan.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
STC vordert – samengevat – dat ADA bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van:
€ 13.300,32 aan hoofdsom;
€ 925,65 aan buitengerechtelijke incassokosten;
de rente over € 13.300,32 vanaf 1 augustus 2022 tot aan de dag van de hele voldoening;
e proceskoten.
3.2.
STC heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij verkeersregelaars aan ADA heeft uitgeleend en dat zij daarvoor facturen heeft gestuurd. ADA moet deze facturen betalen.
3.3.
ADA voert verweer en vindt dat de vorderingen van STC moeten worden afgewezen. Ook wil zij dat STC de proceskosten moet betalen.
in reconventie
3.4.
ADA heeft een tegenvordering ingesteld en vordert betaling van € 35.000. Volgens ADA heeft STC tegen een aantal van haar klanten gezegd dat zij een wanbetaler is. Dat zou er volgens haar toe kunnen leiden dat zij in de toekomst minder opdrachten krijgt.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
STC vordert betaling van de facturen onder 2.2. Zij heeft erkend dat zij voor een deel van de diensten die op deze facturen staan vermeld, ook al eerder facturen heeft verstuurd. Volgens ADA hadden deze eerdere facturen andere factuurnummers. Dat heeft STC niet weersproken. Daarmee staat vast dat STC sommige diensten dubbel bij ADA heeft gefactureerd, onder verschillende factuurnummers.
4.2.
ADA heeft onderbouwd dat zij daarom een groot deel van de facturen onder 2.2 al heeft betaald. Daarbij heeft zij verwezen naar deze eerdere facturen, waarop dezelfde inhuurdata van de verkeersregelaars staan. Zij heeft hiervan ook betaalbewijzen overgelegd. Als het om de resterende facturen gaat, heeft ADA tijdens de zitting nader gemotiveerd dat zij deze heeft betaald. Zij heeft per factuur toegelicht op welke datum en op welke rekening van STC zij heeft betaald. Zij heeft ook gemotiveerd gesteld dat zij een deel van factuur [fact.nr. 3] niet hoeft te betalen, omdat zij op die dag (1 juli 2022) geen verkeersregelaars heeft ingehuurd.
4.3.
Met het voorgaande heeft ADA per factuur gemotiveerd dat zij de gevorderde bedragen al heeft betaald en geen bedrag meer aan STC is verschuldigd. Daar staat alleen de algemene betwisting van STC tegenover dat ADA de facturen niet heeft betaald. Dat is gezien de gemotiveerde stellingen en de onderbouwing van ADA te weinig. Dat betekent dat de vorderingen van STC moeten worden afgewezen. Dat geldt ook voor de buitengerechtelijke incassokosten.
4.4.
STC krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. ADA heeft zelf, zonder gemachtigde, geprocedeerd. Op grond van het bepaalde in artikel 238 lid 1 Rv komen dan voor vergoeding in aanmerking de noodzakelijke reis-, verblijf- en verletkosten. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van ADA tot vandaag vast op € 50,- voor het bijwonen van de mondelinge behandeling.
in reconventie
4.5.
ADA heeft een tegenvordering ingesteld en wil € 35.000,- ontvangen vanwege smaad. ADA stelt dat STC tegenover een aantal van haar klanten heeft gezegd dat zij een wanbetaler is. Daardoor zou ADA een aantal klanten zijn kwijtgeraakt of mogelijk kwijt gaan raken. STC weerspreekt dat zij zich op die manier naar klanten van ADA heeft uitgelaten. ADA heeft geen stukken overgelegd waaruit blijk dat STC zich tegenover anderen daadwerkelijk over haar negatief heeft uitgelaten en dat zij als het gevolg daarvan klanten is kwijtgeraakt. Dat betekent dat ADA haar vordering niet voldoende heeft gemotiveerd en dat de vordering wordt afgewezen.
4.6.
Gezien de beperkte omvang van het debat in reconventie ziet de rechtbank aanleiding de kosten hiervan te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van STC af,
5.2.
veroordeelt STC in de proceskosten, aan de zijde van ADA tot dit vonnis vastgesteld op € 50,-,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen van ADA af,
5.5.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.F. de Groot, rechter, bijgestaan door mr. A. Chu, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2023.