ECLI:NL:RBAMS:2023:5230

• Datum uitspraak: 9 augustus 2023
• Publicatiedatum: 15 augustus 2023
• Zaaknummer: C/13/737298 / HA RK 23-252
• Instantie: Rechtbank Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
• Procedures: Wraking
• Rechters: A.W.J. Ros; M.V. Ulrici
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan feiten of omstandigheden die partijdigheid kunnen aantonen

Op 9 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure, ingediend door een verzoeker die onder beschermingsbewind staat. Het wrakingsverzoek, ingediend op 23 juli 2023, was gericht tegen mr. C.W. Inden, de kantonrechter die de zaak van de verzoeker behandelt. De verzoeker stelde dat hij zich genoodzaakt voelde de rechter te wraken na een telefoongesprek op 12 juli 2023, waarin hij zijn medische beperkingen en persoonlijke omstandigheden had besproken.

De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht, dat stelt dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel kunnen trekken. De rechtbank concludeerde echter dat er geen feiten of omstandigheden waren aangevoerd die de schijn van partijdigheid konden onderbouwen.

Daarom werd het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en kon een mondelinge behandeling achterwege blijven. De beslissing werd genomen door de Wrakingskamer, onder leiding van voorzitter A.W.J. Ros en leden M.V. Ulrici, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer

Beslissing op het op 28 juli 2023 bij de centrale balie ingekomen en onder rekestnummer C/13/ 737298 / HA RK 23- 252 ingeschreven verzoek van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker,

welk verzoek strekt tot wraking van mr. C.W. Inden, kantonrechter, hierna te noemen: de rechter.

1. Verloop van de procedure

1.1.

De rechtbank heeft kennisgenomen van het navolgende processtuk:

- het wrakingsverzoek van 23 juli 2023.

1.2.

De rechter heeft niet in de wraking berust.

1.3.

Bij brief van 28 juli 2023 heeft de griffier van de Wrakingskamer verzoeker in de gelegenheid gesteld de gronden van zijn verzoek aan te vullen tot uiterlijk 4 augustus 2023. Hij mocht daartoe contact opnemen met de griffier. Van verzoeker is geen reactie ontvangen. De brief van de griffier is geretourneerd en ingekomen bij de griffie van het team kanton op 3 augustus 2023.

2. De feiten en het verzoek

2.1.

Verzoeker staat onder beschermingsbewind met zaaknummer 10335720 EB VERZ, welke zaak bij de rechter in behandeling is. Op 12 juli 2023 heeft tussen verzoeker en de rechter een telefoongesprek plaatsgevonden, omdat verzoeker had laten weten wegens medische beperkingen en andere persoonlijke omstandigheden niet in staat te zijn voor de rechter te verschijnen.

2.2.

Verzoeker heeft onder meer aangevoerd:

“Tijdens dit telefoongesprek/verhoor heeft de rechter zich zodanig gedragen en gehandeld dat ik me genoodzaakt voel hem te wraken.”

3. De beoordeling van het verzoek

3.1.

Op grond van artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht (hierna: Awb) kan een rechter worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

3.2.

Als uitgangspunt voor de beoordeling geldt dat de rechter krachtens zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, behoudens bewijs van het tegendeel.

3.3.

Aan het verzoek zijn geen feiten of omstandigheden ten grondslag gelegd waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Een mondelinge behandeling kan achterwege blijven.

4. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Wrakingskamer:

 wijst het verzoek af;

Aldus gegeven door mrs. A.W.J. Ros, voorzitter, M.V. Ulrici en , leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 augustus 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.