Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
2.De feiten en het verzoek
“Ik vind het raar dat ik nu hoor van mr. Bouter dat hij niet akkoord gaat met aanhouding. Gisteren heb ik nog contact gehad met zijn confrère mr. I.A. van Rooij. Die wilde wel meewerken aan aanhouding mits minstens de helft van de vordering was betaald. Ik hoor u zeggen dat de helft van de vordering niet is betaald. Dat klopt. Ik hoor u zeggen dat u weinig ruimte ziet, nu verzoeker niet wil aanhouden en u van mij geen concrete datum hebt gehoord waarop er wordt betaald. Ik moet de rechtbank dus wraken. Er is wel een concrete datum genoemd. Ik heb gezegd dat de inspecteur van de Belastingdienst, [naam] , heeft toegezegd binnen 14 dagen het geld over te maken naar de Holding. De rechter geeft dus blijk van vooringenomenheid door te zeggen dat ik geen concrete betalingsdatum heb gegeven.”