ECLI:NL:RBAMS:2023:5167

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2023
Publicatiedatum
14 augustus 2023
Zaaknummer
10243516 / CV EXPL 22-16351
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en tegenvordering wegens tekortkomingen in de uitvoering van advieswerkzaamheden

In deze zaak vordert eiser, h.o.d.n. [handelsnaam], betaling van een openstaande factuur van € 6.183,10 van Reliplan Investment B.V. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht voor advieswerkzaamheden die eiser heeft verricht. Reliplan betwist de verschuldigdheid van de factuur en heeft een tegenvordering ingesteld, waarin zij stelt dat eiser tekort is geschoten in zijn verplichtingen als adviseur. Reliplan verwijt eiser onder andere het adviseren van een foutieve badkuip, het ontbreken van warmwatervoorzieningen en problemen met de luchtwarmtepomp. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, omdat niet is aangetoond dat eiser tekortgeschoten is in zijn werkzaamheden. De rechter oordeelt dat Reliplan geen recht heeft op verrekening van schade met de openstaande factuur, en dat de overeenkomst niet gedeeltelijk ontbonden kan worden. Eiser heeft recht op wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De tegenvordering van Reliplan wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: 10243516 CV EXPL 22-16351
Uitspraak: 11 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
[eiser], h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde mr. B.I. Both,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RELIPLAN INVESTMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde mr. F.J.C. van Altena.
Partijen worden hierna [eiser] en Reliplan genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 november 2022 met producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens voor eis in reconventie met producties,
  • het tussenvonnis van 28 februari 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • de akte uitlating producties van [eiser] ,
  • de akte uitlating producties van Reliplan.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 mei 2023. De zittingsaantekeningen van de griffier en de ter zitting overgelegde stukken bevinden zich in het dossier.
1.3.
Daarna is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] houdt zich met zijn eenmanszaak [handelsnaam] bezig met het adviseren van sanitaire installaties.
2.2.
Reliplan is eigenaresse van een pand gelegen aan de [adres] .
2.3.
Op 2 februari 2018 is tussen [eiser] en Reliplan een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen tot het verrichten van advieswerkzaamheden ten aanzien van de aanbouw aan het pand van Reliplan voor een bedrag van € 14.685,00. Dit heeft betrekking op de hemelwaterafvoer, binnenriolering, waterleiding, sanitair, klimaatinstallatie en de elektronische installatie van het pand.
2.4.
Bij e-mail van 21 juni 2018 heeft [eiser] aan Reliplan een beknopt verslag van een vergadering verstuurd, waarbij de installateur in de ‘cc’ is gekopieerd, waarin onder meer het volgende is geschreven:

(…)
-
Aansluit vermogens wordt nog bepaald door PB
(…)
-
Aansluitpunten voor de televisie moet nog definitief vastgelegd worden
(…)
-
Er zijn in de technische omschrijving en op tekening en technische omschrijving geen fabrikaten met type lichtarmenturen opgenomen.
(…)- Fabricaat en type is nog niet bekend
(…)
-
Afspraak te maken voor installateurs met aannemer betreffende voorstel, coördinatie en planning
(…)
2.5.
Bij e-mail van 21 juni 2018 heeft de architect aan Reliplan en [eiser] onder meer het volgende geschreven:

(…) Ik ben er even in gedoken en heb ontdekt hoe het zit met de lichtpunten. In mijn tekening van 20 maart staan de lichtpunten expliciet benoemd en zijn spots en lichtpunten verschillend getekend. Een ronde met een kruisje is een lichtpunt, een vierkant met een kruisje is een inbouwspot. [eiser] heeft dit letterlijk zo overgenomen, maar in de legenda ontbreekt een aanduiding voor het onderscheid tussen lichtpunten en inbouwspots. Dit heb ik bij de controle van de stukken over het hoofd gezien, en is alles dus als lichtpunt in het bestek beland. Ik heb begrepen dat voor [naam 1] [de installateur, Rb] nu wel duidelijk is welke spots waar moeten komen, dus kan het in de uitvoering meegenomen worden.
2.6.
Op 21 augustus 2018 hebben partijen een tweede overeenkomst (hierna: de tweede overeenkomst) gesloten tot het controleren van de werktekeningen van de installateur en het uitvoeren van een kwaliteitscontrole van de uitvoering voor een bedrag van € 8.960,00.
2.7.
Bij e-mail van 13 september 2018 heeft [eiser] aan de uitvoerende partijen en Reliplan onder meer het volgende geschreven:

(…) In de bijlage een voorstel voor de buitenunits t.b.v. de warmtepomp. Uitgaande dat er in de tuin geen locatie is, waar deze geplaatst moeten worden. Mijn voorstel is, dat naast de units een gegalvaniseerd rek komt, met klimplanten. Hierdoor zijn de units vrijwel uit zicht, vanuit alle hoeken. Tevens heb ik nog een schacht aangegeven voor de CV-leidingen. (…)
2.8.
Bij e-mail van 18 november 2018 heeft Reliplan aan de uitvoerende partijen onder meer het volgende geschreven, waarbij [eiser] in de ‘cc’ is gekopieerd:

Ha allemaal,
Ik hoop dat er morgen voor het beton storten nog wel even opgelet wordt dat de afvoer op de verkeerde plek zit in de begane grond keuken !! De wapening is er al wel overheen gelegd, maar het moet nog aangepast worden !! (…)
2.9.
Bij e-mail van 19 november 2018 heeft [eiser] aan de uitvoerende partijen en Reliplan onder meer het volgende geschreven:

Er is wat onduidelijkheid ontstaan over de positie van de vaatwasser. Om dit wat duidelijker aan te geven heb ik in de bijlage tekeningen van de 1e verdieping en de begane grond, met daar op aangegeven waar de vaatwasser staat. (…) Hopelijk is het nu voor iedereen duidelijk. De afvoeren staan dus goed op tekening.
2.10.
Bij e-mail van 5 december 2018 heeft [eiser] aan de architect onder meer het volgende geschreven:

(…) Vorige week heb ik met [naam 2] [Reliplan, Rb] overlegd betreffende de douche en het bad op de 1e verdieping. (…) Het bad wordt geplaatst zoals in de bijlage is geschetst. Wellicht kan jij dan kijken of dit uitkomt met het raam. De badcombinatie is nog niet bekend, maar dit wordt een wirlpool t.b.v. 1 persoon. (…) Voor de badcombinatie wordt nog een voorstel gedaan. (…)
2.11.
Bij e-mail van 5 december 2018 heeft [eiser] aan Reliplan onder meer het volgende geschreven:

(…) Hierbij heb ik een voorstel van het bad zoals besproken. Het is een whirlpool met massage en verlichting van het fabrikaat Villeroy en Boch type Comfort. model Oberon 180x80cm. De bediening zit op de badrand. Een afstandsbediening zit niet bij deze uitvoering. Bij eventuele bestelling is dit het bestelnummer (…). Dit bad heb ik uitgezocht vanwege de bediening, en omdat het een 1 persoonsbad moet zijn. De positie van de techniek is afhankelijk van welke richting het hoofdeind/ruggedeelte is. (…)
2.12.
Bij email van 28 augustus 2019 heeft Reliplan aan [eiser] onder meer het volgende geschreven:

(…) Zou jij met me mee willen denken over die afzuigkap op de 1e etage in de keuken ? Ik heb ruim 2 maanden geleden al een keuken besteld en toen speelde het al, toen is er overlegd op locatie met [naam 4] , ik begreep toen dat men er “uit was”. Maar nu blijkt er toch onduidelijkheid te bestaan. (…)
2.13.
Bij e-mail van 29 augustus 2019 heeft [eiser] zijn rapportage over zijn bezoek op de bouwplaats op 28 augustus 2019 verstuurd aan de bouwmanager, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
Foto
waarneming
constatering
advies
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
10
(…)
Afzuigpunt t.b.v. motorloze afzuigkap in keuken
Extra afzuigpunt bijmaken onder de balk tegen plafond kledingkast. Het kanaal in de kledingkast zo dichtmogelijk tegen de wand houden.
Uit voeren!
2.14.
Bij e-mail van 10 oktober 2019 heeft Reliplan aan de uitvoerende partijen onder meer het volgende geschreven, waarbij [eiser] in de ‘cc’ is gekopieerd:

Goedemorgen [naam 3] ,
Zou jij zsm de badkuipen willen laten weghalen die omgewisseld moesten worden ? Ze staan hopeloos in de weg en ik ben bang voor beschadiging of wat dan ook. (…) Zodra alles geinstalleerd is, wat warmtepompen etc. betreft zou ik [eiser] , Rb] willen vragen om te komen controleren. (…)
2.15.
Bij e-mail van 16 januari 2020 heeft Reliplan aan de uitvoerende partijen en [eiser] onder meer het volgende geschreven:

Beste mensen, bij beide spoelbakken in de grote keuken ontbreekt de aansluiting voor warm water (!) (…) De warmwateraansluiting moet zo snel mogelijk gemaakt worden ! (…) Gaarne een nauwgezette opstelling van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd conform offerte/opdracht wat waar en hoe, namen van materialen, namen van onderaannemers etc. (…) Gaarne zsm plannen wanneer de warm water aansluiting gemaakt gaat worden en wanneer we de opstelling mogen verwachten.
2.16.
Bij e-mail van 16 januari 2020 heeft [eiser] aan Reliplan onder meer het volgende geschreven:

(…) In de keuken is geen warmwateraansluiting gemaakt, omdat hier in overleg een Quooker geleverd zou worden in de keukens, en een close-in boiler t.b.v. de pantry in het kantoor. (…) Het is niet gebruikelijk om een warmwaterleiding en warmwatertoestel in de keuken te monteren. In overleg met u is de close-in boiler t.b.v. de pantry verwijderd door [naam 4] . Voor het vervallen van de keukenkraan met de Quooker in de keuken is door [naam 4] een minderprijs gegeven. (…)
2.17.
Bij e-mail van 16 januari 2020 heeft Reliplan aan [eiser] onder meer het volgende geschreven:

(…) Ik begrijp hier helemaal niets van. (…) Mij is nooit uitgelegd dat er geen warm water zou zijn. (…) Ik ben niet technisch ik laat alles in handen van een adviseur en ga er vanuit dat het goed gebeurt. (…) Ik heb je ingeschakeld o.a. vanwege de warmtepompen etc. omdat dat voor ons nieuw was. Dat we geen warmwater hebben in de keukens dat is een slapkamer zonder bed, totaal onlogisch dus ik begrijp hier niets van. (…)
2.18.
Op 18 februari 2020 heeft [eiser] zijn werk afgerond en opgeleverd.
2.19.
Op 20 februari 2020 heeft [eiser] aan Reliplan een laatste factuur (hierna: eindfactuur) gestuurd van € 6.183,00 conform de tweede overeenkomst. Op de factuur is een betalingstermijn van dertig dagen vermeld. Reliplan heeft de eindfactuur niet betaald.
2.20.
Bij e-mail van 22 april 2020 heeft Reliplan aan [eiser] haar onvrede geuit over de door [eiser] uitgevoerde werkzaamheden en [eiser] verzocht om ter compensatie de eindfactuur te crediteren.
2.21.
Bij e-mail van 1 juli 2022 heeft een medewerker van Albreco Duurzame Installaties BV aan Reliplan onder meer het volgende geschreven:

(…) Vanochtend is onze monteur geweest en hij heeft toen ook nog met de eigenaresse gesproken die had de vraag waarom er luchtwarmtepompen zijn geplaatst en geen aardwarmtesysteem. Ik heb dit even nagevraagd, maar dit is toentertijd gevraagd door de adviseur, wij hebben dat op dat moment ook afgeraden omdat een aardwarmtesysteem beter functioneert dan een luchtwarmte. Maar de adviseur wilde perse een luchtwarmtesysteem en de luchtwarmtepomp die er nu staat. (…)

3.Het geschil

de vordering van [eiser] (conventie)

3.1.
[eiser] vordert veroordeling van Reliplan tot betaling van:
  • € 6.183,10, vermeerderd met wettelijke rente vanaf het moment dat zij in verzuim is komen te verkeren,
  • € 827,83 aan buitengerechtelijke incassokosten,
  • de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering – kort gezegd – ten grondslag dat Reliplan nog een factuur moet betalen op grond van de tussen partijen gesloten tweede overeenkomst. Aangezien [eiser] werkzaamheden heeft verricht, is Reliplan uit hoofde van die overeenkomst verplicht de eindfactuur te voldoen. Reliplan heeft dit nagelaten en is in verzuim geraakt, waardoor zij ook de wettelijke rente is verschuldigd. Tot slot heeft [eiser] buitengerechtelijke incassokosten gemaakt die Reliplan dient te vergoeden.
3.3.
Reliplan betwist nog iets verschuldigd te zijn aan [eiser] . Reliplan heeft de betaling van de factuur opgeschort na herhaaldelijk te hebben geklaagd over de gebrekkige nakoming door [eiser] . [eiser] had als redelijk handelend en redelijk bekwaam technisch adviseur onder meer moeten waarschuwen voor lacunes in leidingenplannen en de mogelijke ongeschiktheid van de plaats en het type warmtepompen. Reliplan heeft daardoor schade geleden die zij wil verrekenen met de door [eiser] gevorderde betaling van de eindfactuur. Na verrekening resteert een bedrag aan schade die zij als tegenvordering vordert. Subsidiair voert Reliplan aan dat zij de overeenkomst gelet op de toerekenbare tekortkomingen gedeeltelijk mag ontbinden, in die zin dat Reliplan niet tot volledige betaling van de eindfactuur is gehouden.
de tegenvordering van Reliplan (reconventie)
3.4.
Reliplan vordert – samengevat – dat:
primair
- voor recht wordt verklaard dat [eiser] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat [eiser] aansprakelijk is voor de schade die Reliplan daardoor lijdt, tot op heden begroot op € 25.000,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis,
subsidiair
  • voor recht wordt verklaard dat [eiser] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat Reliplan de overeenkomst (gedeeltelijk) heeft ontbonden alsmede te bepalen dat het gevorderde bedrag wordt verminderd met de door Reliplan geleden schade, tot op heden begroot op € 25.000,00, en
  • [eiser] wordt veroordeeld tot betaling van € 22.427,35, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis,
zowel primair als subsidiair
- [eiser] wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf vijftien dagen na betekening van het vonnis.
3.5.
Ter onderbouwing van de vordering tot vergoeding van de geleden schade verwijst Reliplan naar haar verweer in conventie. De schade wordt begroot op € 23.500,00, waarbij niet wordt uitgesloten dat de werkelijke herstelkosten meer zullen bedragen. Ook heeft Reliplan herstelkosten moeten maken ter vervanging van de badkuipen met foute maatvoering ter hoogte van € 5.510,00. De totale schade wordt door Reliplan in de procedure echter begrensd op € 25.000,00.
3.6.
[eiser] betwist dat hij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomsten tussen partijen. Ook betwist hij dat er schade is ontstaan als gevolg van zijn werk- en handelswijze. [eiser] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Reliplan, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Reliplan, met veroordeling van Reliplan in de proceskosten.

4.De beoordeling

De vordering van [eiser] (conventie)

4.1.
Niet in geschil is dat [eiser] en Reliplan een overeenkomst tot opdracht hebben gesloten en dat deze overeenkomst feitelijk is geëindigd. Wel in geschil is of Reliplan uit hoofde van de tweede overeenkomst nog een bedrag van € 6.183,10 aan [eiser] moet betalen.
Verrekening of partiële ontbinding?
4.2.
Ten aanzien van de vordering in conventie stelt Reliplan een tegenvordering te hebben. Volgens Reliplan heeft [eiser] niet (op de juiste wijze) zijn werkzaamheden uitgevoerd, waardoor Reliplan schade heeft geleden. Reliplan stelt in dat kader dat [eiser] is tekortgeschoten wegens slechte advisering en controle op de bouwwerkzaamheden. Dit ziet op de advisering van een foutieve badkuip, het ontbreken van warmwatervoorziening in de keuken, een verkeerde en onjuist gepositioneerde warmtepomp en diverse problemen rondom elektra. Reliplan wil haar schade wegens toerekenbare tekortkomingen door [eiser] verrekenen met hetgeen [eiser] nog van haar te vorderen heeft. Subsidiair, voor zover verrekening niet mogelijk is, beroept Reliplan zich op partiële ontbinding van de overeenkomst wegens tekortschieten in de nakoming van de verbintenis uit de overeenkomst op grond waarvan Reliplan (gedeeltelijk) van haar betalingsverplichting is bevrijd.
Toetsingskader
4.3.
De kantonrechter stelt voorop dat een opdrachtnemer overeenkomstig artikel 7:401 BW bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht moet nemen. De vraag is dus of [eiser] heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan.
Foute maatvoering badkuip
4.4.
Allereerst voert Reliplan aan dat zij op advies van [eiser] een badkuip met foute maatvoering heeft besteld en verwijst in dat kader naar het e-mailbericht van [eiser] aan Reliplan op 5 december 2018 (zie nummer 2.11). De heer [naam 4] , de projectleider, heeft vervolgens het bad besteld. [eiser] heeft de geadviseerde badkuip onjuist ingemeten, waardoor de badkuip niet in de badkamer paste. Reliplan heeft daardoor een nieuwe badkuip met de juiste maatvoering moeten aanschaffen. Dit heeft geleid tot extra kosten, aldus steeds Reliplan.
4.5.
[eiser] betwist dat Reliplan door toedoen van [eiser] een bad met een foute maatvoering heeft besteld. [eiser] heeft het e-mailbericht van 5 december 2018 opgesteld omdat Reliplan een stelpost nodig had voor het opmaken van de begrotingen. Op dat moment waren de afmetingen van de badkamer namelijk nog niet bekend. [eiser] verwijst in dat kader naar de bouwkundige tekeningen. Daarnaast is Reliplan pas in maart 2019 samen met de installateur naar de showroom gegaan om sanitair uit te zoeken. [eiser] was niet aanwezig bij het bezoek aan de showroom of anderszins betrokken. Ook is volgens [eiser] niet gebleken dat Reliplan voorafgaand aan het bezoek aan de showroom daadwerkelijk een ongeschikt bad heeft besteld. De installateur heeft pas op 22 juli 2019 een overzicht van de tekeningen van het sanitair met bijbehorende maatvoering uitgebracht. Een bestelling van een badkuip wordt op naam van de installateur gesteld en een installateur zal nooit zonder tekeningen een badkuip bestellen, aldus steeds [eiser] .
4.6.
Het betoog van [eiser] slaagt. Reliplan heeft om de volgende redenen niet aangetoond dat er naar aanleiding van het advies van [eiser] een foute badkuip is besteld. Ten eerste heeft Reliplan niet weersproken dat [eiser] niet aanwezig of anderszins betrokken was bij het bezoek van Reliplan aan de showroom. Ten tweede heeft Reliplan niet aangetoond dat [eiser] betrokken is geweest bij de bestelling van de foutieve badkuip. Ten derde heeft Reliplan onvoldoende gemotiveerd betwist dat de afmetingen van de badkamer nog niet bekend waren op het moment dat [eiser] het e-mailbericht over de badkuip aan Reliplan verstuurde. De enkele verwijzing naar een bouwtekening van 3 april 2018 is daartoe onvoldoende, nu dat tekeningen zijn voor de ligging van (water)leidingen. Tot slot heeft Reliplan niet weersproken dat de projectleider, verantwoordelijk was voor de bestelling van de badkuip en dat [eiser] niet om advies is gevraagd ten aanzien van de offerte van de leverancier. Bij die stand van zaken heeft Reliplan onvoldoende duidelijk gemaakt waarom de bestelling van de badkuip met foute maatvoering is te wijten aan (de advieswerkzaamheden van) [eiser] . Dit betekent dat [eiser] op dit punt niet is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
Quookers
4.7.
Ten tweede voert Reliplan aan dat er door het handelen van [eiser] twee warmwatervoorzieningen in twee spoelbakken van de grote keuken ontbraken. [eiser] was op de hoogte van de beslissing om niet over te gaan tot het plaatsen van twee Quookers. Het lag dan ook op de weg van [eiser] om een proactieve houding aan te nemen en Reliplan erop te wijzen dat er in geval van schrapping van de Quookers moest worden voorzien in een alternatieve warmwatervoorziening. Om die reden is [eiser] ingeschakeld als adviseur, aldus steeds Reliplan.
4.8.
[eiser] betwist dat hij is tekortgeschoten in zijn werkzaamheden ten aanzien van het ontbreken van twee warmwatervoorzieningen in de grote keuken. Vanaf het begin was duidelijk dat er geen warmwaterleiding kon worden gelegd vanwege de geldende NEN-norm. Het plaatsen van de Quookers bood een oplossing. Reliplan heeft zelf de keuze gemaakt om niet over te gaan tot het plaatsen van twee Quookers zonder [eiser] daarvan op de hoogte te stellen. Pas in een later stadium werd aan [eiser] medegedeeld dat de Quookers niet konden worden aangesloten. Daarom heeft [eiser] voorafgaand aan de oplevering contact gehad met de keukenleverancier en een juiste type warmwatervoorziening geadviseerd, steeds aldus [eiser] .
4.9.
Ook hier slaagt het betoog van [eiser] . De kantonrechter overweegt dat [eiser] verantwoordelijk is voor de advisering aan Reliplan, maar [eiser] kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het al dan niet opvolgen van zijn advies. Het advies van [eiser] ten aanzien van de Quookers was op zichzelf genomen goed. Dit wordt door Reliplan ook niet betwist. Weliswaar mocht van [eiser] verwacht worden dat hij Reliplan op de hoogte brengt dat er geen warm water zal zijn indien de Quookers worden geschrapt, maar niet is gebleken dat [eiser] kennis heeft genomen – of had kunnen nemen – van het feit dat de Quookers werden geschrapt uit de begroting. Ook is niet gebleken dat [eiser] betrokken is geweest bij de beslissing om niet over te gaan tot het plaatsen van de Quookers. Feitelijk gezien had [eiser] dus niet de mogelijkheid om Reliplan te wijzen op (de noodzaak van) een alternatieve warmwatervoorziening. Bovendien is onduidelijk welke schade Reliplan heeft geleden, aangezien de Quookers uiteindelijk wel zijn geplaatst. Dit betekent dat [eiser] op dit punt niet is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
Luchtwarmtepomp
4.10.
Ten derde voert Reliplan aan dat [eiser] een ondeugdelijke warmtepomp heeft geadviseerd. De warmtepomp valt volgens Reliplan voortdurend in storing vanwege een onjuiste positionering in de tuin. De toevoerleidingen begeven het vroegtijdig wegens het aflopende talud naar de slootkant. Ook had er een aardwarmtepomp geplaatst moeten worden in plaats van een luchtwarmtepomp. Reliplan verwijst in dat kader naar een bericht van het bedrijf die de luchtwarmtepomp in onderhoud heeft (zie 2.21). Een proactieve wijze van adviseren was hier passend geweest, aldus steeds Reliplan.
4.11.
[eiser] betwist een verkeerde warmtepomp aan Reliplan te hebben geadviseerd. Niet is gebleken dat de luchtwarmtepomp ongeschikt zou zijn of dat een aardwarmtepomp geschikter zou zijn. Volgens [eiser] kan niet worden aangenomen dat de positionering van de warmtepomp verband houdt met de storingen, omdat de oorzaak van de storingen niet is vastgesteld. Een (technisch) gebrek aan de luchtwarmtepomp kan de storingen verklaren, waarvoor [eiser] logischerwijs niet verantwoordelijk kan worden gehouden. Bovendien volgt uit het voorstel van [eiser] (zie 2.7) dat [eiser] als uitgangspunt hanteerde dat het plaatsen van de warmtepompen in de tuin geen optie was. De architect heeft echter later besloten de warmtepompen toch in de tuin te laten plaatsen.
4.12.
De kantonrechter overweegt als volgt. Vast staat dat de warmtepomp aan een aantal eisen moest voldoen, waaronder de plaatsing van de warmtepomp binnen acht meter van het huis. Ook moest de warmtepomp voldoen aan een bepaalde geluidsnorm. Aan beide vereisten is in dit geval voldaan. Daarbij heeft Reliplan niet onderbouwd wat de oorzaak is van de storingen aan de warmtepomp. De oorzaak van de storingen is onduidelijk. Ook is [eiser] niet betrokken geweest bij de definitieve positionering van de warmtepomp. [eiser] heeft advies uitgebracht, maar de opdrachtgever bepaalt uiteindelijk waar de warmtepomp wordt geplaatst. Tot slot heeft Reliplan onvoldoende onderbouwd dat de luchtwarmtepomp ongeschikt dan wel onjuist is gepositioneerd. De enkele stelling dat een bedrijf dat verantwoordelijk is voor het onderhoud van de warmtepomp ruim twee jaar na plaatsing na een bezoek aan Reliplan laat weten dat zij de luchtwarmtepomp destijds zou hebben afgeraden (zie 2.21) is daartoe – in het licht van de gemotiveerde betwisting van [eiser] –onvoldoende. Daarmee heeft Reliplan niet aangetoond dat het advies van [eiser] onjuist is. Dit betekent dat [eiser] niet is tekortgeschoten in zijn werkzaamheden ten aanzien van de advisering van de luchtwarmtepomp.
Elektriciteitsvoorzieningen
4.13.
Tot slot voert Reliplan aan dat [eiser] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst vanwege problemen rondom de elektriciteitsvoorzieningen. Het gaat om het ontbreken van een elektrische deuropener, het ontbreken van buitenstopcontacten, het ontbreken van ingefreesde goten in de muren ten behoeve van bekabeling van videoschermen en het ontbreken van een buitenlamp bij de toegangsdeur. Reliplan stelt daartoe onder meer dat [eiser] geen onderscheid heeft gemaakt tussen lichtpunten en elektrapunten in de uitvoeringstekening, waardoor onduidelijkheid is ontstaan voor de aannemers. Reliplan verwijst in dat kader naar een e-mailbericht van de architect aan Reliplan en [eiser] (zie 2.5).
4.14.
[eiser] betwist dat hij is tekortgeschoten en stelt allereerst dat de elektrische deuropener is opgenomen in de werktekeningen en dat de elektricien ( [naam 1] ) ertoe is gehouden deze aan te brengen. Voor wat betreft de buitenstopcontacten stelt [eiser] dat de indeling van de tuin ten tijde van het inplannen van de buitenstopcontacten nog niet was vastgesteld. Hierdoor was het bepalen van de locatie van de buitenstopcontacten nog niet mogelijk. Daarom werd er een lange kabel aangelegd, zodat de buitenstopcontacten op deze kabel konden worden aangesloten zodra de tuinindeling wel bekend zou zijn. Voor wat betreft het ontbreken van ingefreesde goten in de muren verwijst [eiser] naar de afspraak die Reliplan met de elektricien heeft gemaakt die volgt uit de tekeningen van de elektricien, waarbij [eiser] niet betrokken is geweest. Voor wat betreft de buitenlamp verwijst [eiser] tot slot eveneens naar de tekeningen van de elektricien waarop twee armaturen zijn ingetekend. Als deze niet zijn geplaatst, dan is het aan de elektricien om dit te herstellen, aldus steeds [eiser] .
4.15.
Hiermee heeft [eiser] de stelling van Reliplan dat hij is tekortgeschoten ten aanzien van de elektriciteitsvoorzieningen, concreet en gemotiveerd betwist. Hiertegenover lag het op de weg van Reliplan – op wie de stelplicht en daarmee samenhangende bewijslast rust – om haar stellingen ten minste nader te onderbouwen en te specificeren. Die onderbouwing heeft Reliplan niet gegeven. Reliplan verwijst weliswaar naar e-mailcorrespondentie waaruit zou blijken dat [eiser] geen onderscheid heeft gemaakt tussen licht- en elektrapunten, maar de kantonrechter volgt de stelling van [eiser] dat deze e-mailcorrespondentie is opgesteld in de eerste ontwerpfase van de opdracht toen er nog niets definitief was vastgelegd. Dit volgt immers ook uit de e-mail van [eiser] aan Reliplan waarin een beknopt verslag van de vergadering is verstuurd (zie 2.4). Verder staat vast dat de elektrische deuropener is opgenomen in de tekeningen van de elektricien. Ook ten aanzien van de buitenstopcontacten en het ontbreken van een buitenlamp geldt dat de installateur wellicht is tekortgeschoten. Vast staat immers dat er een tuinkabel is aangelegd en dit is als zodanig opgenomen in de offerte van de elektricien. Ook staat vast dat er twee armaturen zijn ingetekend op de tekeningen van de elektricien. Tot slot verwijst [eiser] naar de tekeningen van de elektricien waarop geen televisie is ingetekend, waardoor geen aanleiding bestond om de aansluiting hoger te plaatsen dan gebruikelijk. Niet is gebleken dat [eiser] betrokken is geweest bij de gesprekken die Reliplan met de elektricien heeft gevoerd over het verhogen van de aansluiting. Indien [naam 1] zijn eigen offerte niet nakomt, valt niet zonder meer in te zien op welke wijze dat aan [eiser] kan worden verweten. In ieder geval is niet gebleken dat het [eiser] in zijn werkzaamheden op deze punten is tekortgeschoten. Bij die stand van zaken heeft Reliplan niet voldaan aan de op haar rustende stelplicht, en wordt niet meer toegekomen aan bewijslevering op dit punt.
Conclusie ten aanzien van de vordering van [eiser]
4.16.
De slotsom is dat de stellingen van Reliplan onvoldoende aanknopingspunten bieden voor de conclusie dat [eiser] niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Aan Reliplan komt daarom geen tegenvordering toe, zodat het verrekeningsverweer faalt. Nu niet is vast komen te staan dat er sprake is van een tekortkoming aan de zijde van [eiser] , bestaat er voor Reliplan ook geen grondslag om de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden. Dit betekent dat de vordering van [eiser] tot betaling van de eindfactuur in conventie zal worden toegewezen.
Wettelijke rente
4.17.
[eiser] vordert betaling van wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf de vervaldatum van de eindfactuur. Uit het voorgaande volgt ook dat Reliplan ten onrechte een beroep op opschorting heeft gedaan. Reliplan is dus in verzuim geraakt met betrekking tot de betaling van de eindfactuur na verloop van de betalingstermijn. De gevorderde wettelijke handelsrente over € 6.183,10 zal vanaf die dag worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.18.
[eiser] maakt verder aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Reliplan betwist de verschuldigdheid van en de hoogte van de door [eiser] gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Reliplan stelt daartoe dat [eiser] slechts een enkele sommatiebrief heeft verstuurd en dat [eiser] bovendien al geruime tijd op de hoogte was van de verweren van Reliplan voordat op 24 november 2022 de dagvaarding werd uitgebracht. Onder die omstandigheden is het maken van incassokosten volgens Reliplan niet redelijk te noemen. Ook mag btw over de buitengerechtelijke incassokosten alleen in rekening worden gebracht indien de schuldeiser niet btw-plichtig is. [eiser] kan als btw-plichtige dus geen btw in rekening brengen over de buitengerechtelijke incassokosten van € 684,16, aldus Reliplan.
4.19.
De kantonrechter stelt vast dat het vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. De kantonrechter stelt verder vast dat [eiser] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht door het versturen van een sommatiebrief op 13 mei 2022. Voor de verschuldigdheid van de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is namelijk niet relevant
welkeincassohandelingen de schuldeiser heeft verricht zodat in beginsel een enkele brief voldoende is (zie ECLI:NL:HR:2014:1405, r.o. 3.6). Daarnaast heeft [eiser] de stelling van Reliplan ter zitting erkend voor wat betreft het niet in rekening mogen brengen van btw over de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter zal daarom het bedrag van € 684,16 aan buitengerechtelijke incassokosten toewijzen.
Proceskosten
4.20.
Bij deze uitkomst van de procedure zal Reliplan als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kantonrechter begroot de proceskosten van [eiser] op:
- explootkosten: € 130,11
- griffierecht: € 244,00
- salaris gemachtigde:
€ 825,00(2,5 x € 330,00)
totaal: € 1.199,11
De tegenvordering van Reliplan op [eiser] (reconventie)
4.21.
Uit de beoordeling van de vordering in conventie volgt dat [eiser] niet is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Om die reden moet de tegenvordering worden afgewezen.
Proceskosten
4.22.
Reliplan zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. Wegens de verwevenheid met de conventie zullen de proceskosten worden gehalveerd. De kantonrechter begroot de proceskosten van [eiser] op € 529,00 (2 x € 529,00 x 0,5 in reconventie) aan salaris van de gemachtigde.
in conventie en in reconventie
4.23.
Ook wordt Reliplan veroordeeld in de gevorderde nakosten. Dit zijn kosten die standaard worden toegewezen aan de partij die in het gelijk is gesteld (in dit geval [eiser] ), als vergoeding voor advocaatkosten en eventuele betekeningskosten die ontstaan na het wijzen van dit vonnis. Onder de beslissing staat om welke bedragen het gaat.

5.De beslissing

De kantonrechter
ten aanzien van de vordering van [eiser] (conventie)
5.1.
veroordeelt Reliplan tot betaling aan [eiser] van:
- € 6.183,10, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf de eerste dag dat zij in verzuim is komen te verkeren, tot de dag van volledige betaling,
- € 684,16 aan buitengerechtelijke incassokosten,
- de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.199,11,
5.2.
wijst het meer of anders gevorderde af,
ten aanzien van de tegenvordering van Reliplan (reconventie)
5.3.
wijst het gevorderde af,
5.4.
veroordeelt Reliplan in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 529,00,
in conventie en in reconventie
5.5.
veroordeelt Reliplan in de nakosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde. Als Reliplan niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en het vonnis wordt betekend, dan moet Reliplan daarnaast explootkosten van betekening door de deurwaarder betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wouters, bijgestaan door mr. L.M.F. van Dijck, griffier en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2023.
De griffier De kantonrechter