Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
District Court in Sieradz –
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Local Court in Laskvan 31 maart 2005, uitgevaardigd in zaak
VII K 74/05,onherroepelijk sinds 7 april 2005 in samenhang met de
decisionvan de
Local Court in Laskvan 9 maart 2004 uitgevaardigd in zaak
II Ko 131/07, onherroepelijk sinds 21 maart 2007.
Local Court in Laskvan 20 mei 2009
,uitgevaardigd in zaak
decisionvan de
II Ko 3095/11-,onherroepelijk sinds
VII K 74/05voor de duur van 2 jaar en ten aanzien van het vonnis
VII K74/05zeven maanden en zeventien dagen en ten aanzien van het vonnis
II K 114/08één jaar. De vrijheidsstraffen zijn aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemde vonnissen.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
de Local Court in Laskvan 31 maart 2005, uitgevaardigd in zaak
VII K 74/05is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar. De tenuitvoerlegging van voormelde voorwaardelijke gevangenisstraf is bevolen bij beslissing van 9 maart 2007 omdat de opgeëiste persoon tijdens zijn proeftijd een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd (hierna: het
triggerendestrafbare feit).
triggerendestrafbare feit, dat wil zeggen een veroordeling die de reden vormt voor de beslissing tot de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf, onder de reikwijdte van artikel 4 bis Kaderbesluit 2002/584/JBZ, voor zover deze veroordeling bij verstek is gewezen. [5]
triggerendestrafbare feit moet op grond van voormeld arrest van het HvJ EU getoetst worden aan artikel 12 OLW.
triggerendefeit heeft geleid en dat artikel 12 OLW niet van toepassing is.
triggerendevonnis met kenmerk II K 61/06 van de
District Court in Laskvan 28 november 2006 heeft geleid. Artikel 12 OLW vindt dan ook geen toepassing.
5.Strafbaarheid
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
7.Verjaring van de tenuitvoerlegging van vonnis II K 114/08
2. De tenuitvoerleggingstermijn is een derde langer dan de termijn van verjaring van het recht tot strafvordering.
1. De tenuitvoerleggingstermijn gaat in op de dag na die waarop de rechterlijke uitspraak of de strafbeschikking ten uitvoer kan worden gelegd.
1. Het recht tot strafvordering vervalt door verjaring:
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielenen gaat daarom ook bij haar verdere beoordeling hieronder daarvan uit.
Local Court in Laskvan 27 januari 2012 met kenmerk
II Ko 3095/11 (onherroepelijk sinds 24 februari 2012).
8.Overname van de in Polen opgelegde gevangenisstraffen
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsbepalingen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
District Court in Sieradz –
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.