ECLI:NL:RBAMS:2023:5105

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
13/306801-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel in strafzaak

Op 16 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Düsseldorf op 17 november 2022. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Oekraïne, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland gedetineerd is. De rechtbank heeft op 2 maart 2023 de behandeling van het EAB gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. F. Atto, en een tolk in de Duitse taal.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij zowel de Duitse als de Oekraïense nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van 11 jaar en 6 maanden moet ondergaan, opgelegd bij een arrest van het Landgericht Düsseldorf. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht zijn onder andere georganiseerde of gewapende diefstal en racketeering, waarvoor in Duitsland een maximum straf van ten minste drie jaren geldt.

De verdediging heeft verweer gevoerd tegen de overlevering, onder andere omdat de opgeëiste persoon niet gehoord zou zijn voor de omzetting van de voorlopige aanhouding. De rechtbank heeft dit verweer verworpen, evenals het argument dat de overlevering geweigerd zou moeten worden omdat de opgeëiste persoon in de oorlog in Oekraïne wil vechten. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank staat daarom de overlevering toe.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/306801-22
RK nummer: 23/116
Datum uitspraak: 16 maart 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 12 januari 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 17 november 2022 door het
Amtsgericht Düsseldorf(Duitsland), (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] (Oekraïne),
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieplaats] .
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 2 maart 2023. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.P. Sholeh, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. F. Atto, advocaat te Enschede en door een tolk in de Duitse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Duitse en Oekraïense nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een vonnis van het
Landgericht Düsseldorfvan 8 juni 2016 met kenmerk 004 KLs 23/15 en een arrest van het
Landgericht Düsseldorfvan 22 maart 2018 met kenmerk 020 KLs 11/17.
Het EAB en de aanvullende informatie van 22 februari 2023 vermelden dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid, zowel in eerste aanleg als bij de procedure in hoger beroep.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 11 jaar en 6 maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. 2338 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde arrest.
Dit arrest betreft de feiten zoals die zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst aan als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 18 en 21, te weten:
georganiseerde of gewapende diefstal
racketeering en afpersing
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Verweren

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering moet worden geweigerd, omdat de opgeëiste persoon niet gehoord is voor de omzetting van de voorlopige aanhouding in aanhouding plaatsvond.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de procedure zoals omschreven in de OLW op de correcte wijze gevolgd is. De opgeëiste persoon is op 27 december 2022 door de rechter-commissaris gehoord. Het verweer wordt verworpen.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de overlevering moet worden geweigerd, omdat de opgeëiste persoon de Oekraïense nationaliteit heeft en hij graag in de oorlog in Oekraïne wil
vechten voor zijn land.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat het willen meevechten in de oorlog in Oekraine niet in het kader van de overlevering als weigeringsgrond kan worden gezien. Het verweer wordt verworpen.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Düsseldorf(Duitsland) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. M.T.C. de Vries en H.P. Kijlstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Spanjaart, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 16 maart 2023.
De jongste rechter is buiten staat mede te ondertekenen
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.