Op 6 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de District Court of Zamość op 13 juli 2021, betreft een vrijheidsstraf van één jaar voor oplichting, zoals vermeld in de bijlage van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 4 mei 2023 gestart, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was en bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers. Tijdens de zitting heeft de rechtbank vragen gesteld aan de uitvaardigende justitiële autoriteit, wat leidde tot een heropening van het onderzoek op 12 mei 2023.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de strafzaak en dat hij zijn recht om in persoon te verschijnen had opgegeven. De rechtbank oordeelde dat de overlevering niet in strijd zou zijn met de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon, ondanks het feit dat hij niet in persoon was verschenen bij de eerdere zittingen. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden waren op basis van artikel 12 OLW en dat het EAB voldeed aan de eisen van artikel 2 OLW.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, waarbij zij de relevante wetsbepalingen heeft toegepast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. J.P.W. Helmonds, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.