Op 26 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Oldenburg in Duitsland. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 9 juni 2023 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Duitsland in 1993, heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en is op dat moment gedetineerd in een detentieplaats. Tijdens de zitting op 12 juli 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.L. Fieret, en een tolk in de Duitse taal. De raadsvrouw heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, diefstal door twee of meer verenigde personen, ook naar Nederlands recht strafbaar is en dat er voldaan is aan het vereiste van dubbele strafbaarheid. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij de artikelen 311 van het Wetboek van Strafrecht en de relevante artikelen van de OLW zijn toegepast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. J.G. Vegter, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 26 juli 2023.