ECLI:NL:RBAMS:2023:5061

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
13/153397-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met Duitse nationaliteit en dubbele strafbaarheid

Op 26 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Oldenburg in Duitsland. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 9 juni 2023 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Duitsland in 1993, heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en is op dat moment gedetineerd in een detentieplaats. Tijdens de zitting op 12 juli 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.L. Fieret, en een tolk in de Duitse taal. De raadsvrouw heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vordering van de officier van justitie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, diefstal door twee of meer verenigde personen, ook naar Nederlands recht strafbaar is en dat er voldaan is aan het vereiste van dubbele strafbaarheid. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij de artikelen 311 van het Wetboek van Strafrecht en de relevante artikelen van de OLW zijn toegepast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. J.G. Vegter, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 26 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/153397-23
Datum uitspraak: 26 juli 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 27 juni 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 9 juni 2023 door het
Amtsgericht Oldenburg(Duitsland) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Duitsland) op [geboortedag] 1993,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 12 juli 2023, in aanwezigheid van mr. M. al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.L. Fieret, advocaat in Almere en door een tolk in de Duitse taal.
De raadsvrouw heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd met betrekking tot de vordering van de officier van justitie.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Duitse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een arrestatiebevel van het
Amtsgericht Oldenburgvan 19 augustus 2022 (referentie: 28 Gs 452 Ja 51747/22 (3620/22)).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [2]

4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd – voldaan is aan het vereiste dat op het feit naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat het feit ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 311 Wetboek van Strafrecht en 2, 5, en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Oldenburg(Duitsland), voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. M.C. Eggink en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 26 juli 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie onderdeel e) van het EAB.