Op 26 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Egyptische man op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Dortmund. De zaak werd behandeld in het kader van de Overleveringswet (OLW) en betreft een vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van het EAB, dat is uitgevaardigd op 17 juni 2021. De opgeëiste persoon, geboren in 1970 en gedetineerd in Nederland, heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Egyptische nationaliteit bezit.
Tijdens de zitting op 12 juli 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. E. Bruijn, en een tolk. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met 30 dagen verlengd. De officier van justitie heeft betoogd dat de opgeëiste persoon niet gelijk kan worden gesteld met een Nederlander, omdat hij pas na het verkrijgen van zijn verblijfsvergunning in Nederland is ingeschreven. De verdediging heeft aangevoerd dat de opgeëiste persoon sinds mei 2018 een verblijfsvergunning heeft en onafgebroken in Nederland verblijft, en dat er onzekerheid bestaat over het verlies van zijn verblijfsrecht na een eventuele veroordeling in Duitsland.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de opgeëiste persoon niet voldoet aan de voorwaarden voor gelijkstelling met een Nederlander, omdat er voldoende bewijs is dat hij zijn verblijfsrecht in Nederland zal verliezen bij een veroordeling in Duitsland. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.