Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres
de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
4. Verweerder heeft op 9 juni 2023 een aanvulling gegeven op het bestreden besluit naar aanleiding van nieuwe jurisprudentie van Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof). Verweerder is gebleven bij de niet-ontvankelijkverklaring, maar heeft een nadere motivering gegeven met betrekking tot de onderdelen 2 en 3 van het verzoek.
Beoordeling door de rechtbank
Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat een bepaalde directie van het ministerie alle aanmeldverslagen per e-mail van het Fiom heeft ontvangen. De aanmeldverslagen zijn in een map opgeslagen om het verdere verloop van het onderzoek te kunnen volgen. Deze map was binnen de betreffende directie algemeen toegankelijk voor medewerkers van de betreffende directie. Toen het verweerder duidelijk was dat er geen rechtmatig doel was voor de verwerking van deze persoonsgegevens, is melding van een datalek gedaan. Als beschermende maatregel zijn de gegevens in een beveiligde map geplaatst, waar slechts twee personen uit het projectteam Binnenlandse afstand en adoptie toegang toe hadden. Verweerder heeft op zitting geen duidelijkheid gegeven over wanneer de aanmeldverslagen zijn ontvangen, gedurende welke periode de medewerkers van de directie toegang hadden tot de aanmeldverslagen, welke directie het betreft, hoeveel medewerkers toegang hadden, wanneer de aanmeldverslagen in de beveiligde map zijn geplaatst, hoe lang ze daarin zijn bewaard en welke twee personen daartoe toegang hebben gehad.
Artikel 4 onder 9 van de AVG definieert de ontvanger als een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan, al dan niet een derde, aan wie/waaraan de persoonsgegevens worden verstrekt.
Blijkens rechtspraak van het Hof moet de uitoefening van dit recht van inzage de betrokkene in staat stellen niet alleen na te gaan of de hem betreffende gegevens juist zijn, maar ook of deze rechtmatig worden verwerkt, met name of zij zijn meegedeeld aan bevoegde ontvangers. [2] De betrokkene dient in het bijzonder te beschikken over het recht om te weten wie de concrete ontvangers van zijn persoonsgegevens waren, wanneer deze gegevens reeds aan derden zijn meegedeeld. [3] Het recht om inzage te krijgen in persoonsgegevens brengt volgens het Hof mee dat de verwerkingsverantwoordelijke verplicht is om aan de betrokkene de identiteit van deze ontvangers mee te delen, tenzij het onmogelijk is om die ontvangers te identificeren of wanneer hij aantoont dat de verzoeken om inzage van de betrokkene kennelijk ongegrond of buitensporig van aard zijn in de zin van artikel 12, vijfde lid, van de AVG. In dat laatste geval hoeft de verwerkingsverantwoordelijke alleen de categorieën van de ontvangers aan de betrokkene mee te delen. [4]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiseres te vergoeden.