ECLI:NL:RBAMS:2023:5000

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
10558078 KK EXPL 23-367
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over geluidsoverlast door bovenburen en de verantwoordelijkheden van de woningbouwcorporatie

In deze zaak heeft eiseres, Woningstichting Rochdale, een kort geding aangespannen tegen haar verhuurder, Rochdale, vanwege aanhoudende geluidsoverlast van de bovenburen. Eiseres, die sinds 6 september 2012 in de gehuurde woning woont, heeft herhaaldelijk overlast gemeld, waaronder geschreeuw en bonken, vooral in de nachtelijke uren. Ondanks herhaalde verzoeken aan Rochdale om maatregelen te nemen, bleef een adequate reactie uit. De gemachtigde van eiseres heeft meerdere brieven en e-mails gestuurd, maar de situatie bleef onhoudbaar. Rochdale heeft weliswaar een gedragsaanwijzing opgelegd aan de bovenburen, maar eiseres stelt dat dit onvoldoende is en dat er geen nader onderzoek is gedaan naar de overlast.

Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juli 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kantonrechter heeft beoordeeld of de vordering van eiseres aannemelijk is en of er sprake is van onrechtmatige hinder. De rechter concludeert dat de geluiden die eiseres ervaart, mogelijk binnen de normale leefgeluiden vallen die in een appartementencomplex te verwachten zijn. Er is onvoldoende bewijs dat Rochdale als verhuurder meer had moeten doen om de overlast te beperken. Daarom heeft de kantonrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van Rochdale.

De uitspraak is gedaan door mr. H.M. Patijn, kantonrechter, op 4 augustus 2023. Eiseres is in het ongelijk gesteld en moet de kosten van het geding betalen, die zijn begroot op € 529,00.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10558078 KK EXPL 23-367
vonnis van: 4 augustus 2023
func.: 717

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiseres]

wonende te [woonplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. J.S. Vlieger
t e g e n

Woningstichting Rochdale

gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Rochdale
gemachtigde: mr. N. Vos

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 20 juni 2023, heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 juli 2023. [eiseres] is in persoon verschenen, vergezeld door haar gemachtigde. Rochdale is bij haar gemachtigde verschenen. Partijen heeft op voorhand stukken in het geding gebracht. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
[eiseres] , thans 67 jaar oud, huurt sinds 6 september 2012 de begane grond woning aan het adres [adres] (nader te noemen het gehuurde);
1.2.
Nadat [eiseres] in het gehuurde is getrokken meldde zij op enig moment overlast van de bovenburen aan Rochdale. De bovenburen hebben toen op verzoek van Rochdale hun vloer overeenkomstig het Bouwbesluit aangepast;
1.3.
Op 20 september 2022 heeft de gemachtigde van [eiseres] aan Rochdale een brief gestuurd waarin Rochdale is verzocht maatregelen te treffen waarmee de overlast die [eiseres] ervaart tot een einde komt. Tevens wordt verzocht een onderzoek te verrichten om te achterhalen wat de bron van de overlast is en eventueel een gedragsaanwijzing op te leggen aan de overlast-veroorzakende huurder;
1.4.
Nadat een reactie van Rochdale op de brief van 20 september 2022 uit bleef heeft de gemachtigde nog op 11 oktober 2022, 7 november 2022 en 21 november 2022 e-mailberichten gestuurd naar Rochdale met het verzoek alsnog te reageren. In de laatste e-mail wordt ook aangegeven dat de situatie onhoudbaar is geworden voor [eiseres] omdat het bijna elke nacht raak is en zij door de extreme overlast geen nachtrust heeft. In het weekend van 19 op 20 november 2022 heeft [eiseres] contact gezocht met de politie die een mutatie in het systeem heeft gezet maar wegens extreme drukte niet kon komen. In het weekend van 17 op 18 december 2022 is de politie wel naar het gehuurde gekomen na opnieuw door [eiseres] gemelde overlast door de overburen.
1.5.
Op 20 januari 2023 heeft Rochdale aan de bovenburen een gedragsaanwijzing opgelegd.
1.6.
[eiseres] heeft nadien over de periode 10 februari 2023 tot en met 17 juni 2023 dertig overlast meldingen gedaan bij Rochdale over geschreeuw, bonken op de vloer en rennen door de kinderen van de bovenburen in de avonduren tot 23.30 uur/0.30 uur en een enkele keer 01.30 uur.

Vordering en veweer

2. [eiseres] vordert dat Rochdale bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden om:
2.1.
al hetgeen te doen dat in haar macht ligt om [eiseres] het rustig huurgenot van de woning te verschaffen, en de bovenburen te sommeren om geen geluidsoverlast te veroorzaken, zodat [eiseres] gevrijwaard blijft van overlast en rechtsmaatregelen te treffen tegen de overburen, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag;
2.2
indien en voorzover de bovenburen geen gevolg geven aan de onder 2.1 omschreven sommaties van Rochdale, Rochdale te veroordelen om rechtsmaatregelen te treffen tegen de bovenburen, teneinde tot opzegging dan wel ontbinding van de huurovereenkomst te komen, met als gevolg ontruiming van de woning van de bovenburen, met een verbod deze procedure voortijdig te eindigen;
2.3.
de proceskosten van [eiseres] te betalen.
3. [eiseres] stelt hiertoe dat zij sinds zij in het gehuurde is gaan wonen overlast van haar bovenburen ervaart. Het gaat om ernstige geluidsoverlast in de nachtelijke uren die geproduceerd wordt door de kinderen van de bovenburen. [eiseres] heeft die overlast telkens, eerst telefonisch, later schriftelijk, aan Rochdale gemeld. [eiseres] ontvlucht vanwege de door haar ervaren overlast het gehuurde. Zij vindt dat Rochdale onvoldoende doet en heeft gedaan om de overlast te doen staken. Er wordt volgens [eiseres] door Rochdale ten onrechte geen nader onderzoek verricht naar de (oorzaken en eventueel aan te brengen geluidswerende maatregelen ter voorkoming van de) overlast.
4. Rochdale voert gemotiveerd verweer waarop hieronder indien nodig in zal worden gegaan.

Beoordeling

5. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6. De door [eiseres] gestelde overlast ziet met name op doorslaggeluiden van de boven haar gelegen woning, wanneer daar de vier nog jonge kinderen van de bovenburen verblijven. Die kinderen verblijven niet altijd in de woning maar ook met regelmaat bij de grootouders. Behalve van [eiseres] heeft Rochdale geen overlastklachten over deze bovenburen ontvangen. De bovenburen woonden al geruime tijd in de ook nu nog door hen bewoonde woning voordat [eiseres] er kwam wonen. Er werd doen door de toenmalige bewoners van het gehuurde volgens Rochdale geen overlast ervaren. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat de bovenburen toen nog niet met vier jonge kinderen in de boven het gehuurde drie-kamer woning woonden. De bovenburen zijn op zoek naar een grotere woning maar er is nog geen uitzicht op wanneer hen dat lukt. [eiseres] wil niet verhuizen omdat het gehuurde een prettige woning is voor een vrouw van haar leeftijd met medische problemen.
7. Rochdale is vanaf dat er meldingen van [eiseres] over geluidsoverlast binnen kwamen in gesprek gegaan met de bovenburen om te bekijken wat er aan kon worden gedaan om de door [eiseres] ervaren geluidslast te verminderen. In dat kader is de vloer van de bovenburen al enkele jaren geleden in overeenstemming gebracht met het Bouwbesluit. Rochdale heeft onlangs met de bovenburen afgesproken dat zij extra matten op plaatsen waar de kinderen spelen en lopen gaan leggen. De bovenburen betwisten dat de kinderen zo laat als de buurvrouw stelt nog op zijn, gillen en door het huis rennen op de data waarop [eiseres] daarvan opgave doet. De overlastmeldingen van [eiseres] zijn telekns, zonder aanduiding van het precieze tijdstip, over de periode vanaf 20 uur tot laat op de avond terwijl niet eerder dan vanaf 22 uur over voor de nachtrust bestemde tijd kan worden gesproken. Tot 22 uur zijn normale leefgeluiden, ook van vier kleine kinderen in een kleinere woning, acceptabel. Dat de doorslaggeluiden van de kinderen abnormaal zijn en dat de kinderen met grote regelmaat na 22 uur nog wakker zijn, gillen en door het huis rennen is gemotiveerd betwist en kan in deze procedure, die zich niet leent voor bewijslevering, niet worden vastgesteld.
8. Met Rochdale concludeert de kantonrechter dan ook dat niet vast kan worden gesteld of de geluiden, waardoor [eiseres] overlast ervaart, zijn te kwalificeren als woon- en leefgeluiden die (onder)buren in een appartementengebouw in de binnenstad in redelijkheid dienen te accepteren of dat sprake is van (een patroon van) onrechtmatige hinder. Alleen in dat laatste het geval is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat Rochdale als verhuurder van het gehuurde en van de woning van de bovenburen meer inspanningen had moeten plegen om op te treden tegen die geluidsoverlast. Om die reden zal de vordering worden afgewezen.
9. Nu de vordering wordt afgewezen zal [eiseres] , als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van Rochdale worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
I. wijst de vordering af;
II. veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Rochdale begroot op € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
III. verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. Patijn, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 augustus 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.