ECLI:NL:RBAMS:2023:4981

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
C/13/736147 / KG ZA 23-586
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot staking van concurrerende activiteiten en handhaving van concurrentiebeding in kort geding

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Consolid B.V. een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, waaronder voormalig werknemers [gedaagde 2] en [gedaagde 3], en de vennootschap Person of Interest Recruitment. Consolid vordert dat de gedaagden hun concurrerende activiteiten op het gebied van transport, logistiek en beveiliging staken en zich houden aan de concurrentie- en geheimhoudingsbedingen uit hun arbeidsovereenkomsten. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, maar zijn zij er niet in geslaagd om tot een minnelijke oplossing te komen. Het kort geding is vervolgens aangehouden en op 3 augustus 2023 is het vonnis gewezen.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde 2] in strijd heeft gehandeld met het concurrentiebeding door concurrerende activiteiten te ontplooien via Person of Interest, terwijl hij in zijn functie bij Consolid toegang had tot vertrouwelijke informatie. Het concurrentiebeding is geldig, ondanks de betwisting van [gedaagde 2] dat het beding niet meer zou gelden na een functiewijziging. De rechter heeft de vordering van Consolid om de gedaagden te veroordelen tot staking van hun concurrerende activiteiten toegewezen, met een dwangsom van € 2.500,- per overtreding, en heeft het concurrentiebeding voor [gedaagde 2] beperkt tot één jaar en tot specifieke klanten van Consolid.

De vordering van Consolid om inzage in bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a Rv is afgewezen, omdat de gevraagde bescheiden onvoldoende bepaald waren. De proceskosten zijn verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. I.H.J. Konings, met mr. M. Veraart als griffier, en is openbaar gemaakt op 3 augustus 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/736147 / KG ZA 23-586 IHJK/MV
Vonnis in kort geding van 3 augustus 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONSOLID B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eiseres bij gelijkluidende dagvaardingen van 11 juli 2023,
advocaten mr. E.M. Hoogeveen en mr. M.W.J. Ariëns te Haarlem,
tegen
1. de vennootschap onder firma
PERSON OF INTEREST RECRUITMENT,
gevestigd te Amsterdam,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaten mr. L. Mitsinga en mr. C.T.M.M. Robbers te Amsterdam.
Partijen zullen hierna ook Consolid, Person of Interest, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 19 juli 2023 heeft Consolid de dagvaarding toegelicht. Gedaagden hebben verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
aan de zijde van Consolid: [naam 1] (directeur), [naam 2] (HR manager) en [naam 3] (juridisch adviseur) met mr. Hoogeveen en mr. Ariëns;
aan de zijde van gedaagden: [gedaagde 2] en [gedaagde 3] met mr. Mitsinga en mr. Robbers.
Na verder debat is het kort geding een week aangehouden om partijen in onderling in de gelegenheid te stellen in onderling overleg tot een oplossing te komen.
Bij e-mails van 26 juli 2023 hebben de advocaten van partijen bericht dat zij hierin niet zijn geslaagd. Vervolgens is vonnis bepaald op 3 augustus 2023.

2.De feiten

2.1.
Consolid is een gespecialiseerd uitzendbureau op het gebied van transport, logistiek en beveiliging. Consolid heeft ongeveer 200 werknemers. Zij stelt tijdelijke arbeidskrachten ter beschikking en zij verricht diensten op het gebied van recruitment. De meest voorkomende functies (vacatures) bij Consolid zijn functies als chauffeur.
2.2.
[gedaagde 2] en [gedaagde 3] zijn de vennoten van Person of Interest. Deze vennootschap is op 1 juli 2021 opgericht en heeft als activiteit arbeidsbemiddeling. Vanaf januari 2014 tot 1 juli 2021 heeft [gedaagde 2] Person of Interest als eenmanszaak gedreven. Op die laatstgenoemde datum heeft hij zijn eenmanszaak ingebracht in de vennootschap onder firma.
2.3.
[gedaagde 2] is op 15 juni 2015 bij Consolid in dienst getreden als Intercedent. Vanaf 15 juni 2017 is hij op basis van een contract voor onbepaalde tijd werkzaam als Senior Intercedent. Van juli 2022 tot en met december 2022 heeft [gedaagde 2] tijdelijk gewerkt als waarnemend vestigingsmanager van de vestiging van Consolid in Rotterdam. In de artikelen 8, 9 en 11 van de op 15 juni 2017 getekende arbeidsovereenkomst tussen Consolid en [gedaagde 2] zijn de volgende bedingen opgenomen:
2.4.
Sinds 1 mei 2017 is [gedaagde 2] lid van de OR van Consolid en sinds 1 juni 2021 is hij voorzitter van de OR. Vanaf 1 maart 2023 is [gedaagde 2] vanwege ziekte niet aan het werk.
2.5.
[gedaagde 3] is van 1 april 2015 tot 1 april 2017 bij Consolid in dienst geweest als Intercedent. Van 1 april 2017 tot 1 januari 2020 is hij bij Consolid in dienst geweest als Senior Intercedent. In zijn arbeidsovereenkomst waren eveneens de onder 2.3 genoemde bedingen opgenomen. [gedaagde 3] heeft zijn arbeidsovereenkomst opgezegd omdat hij met ingang van 1 januari 2020 in dienst trad bij Transdev (Connexxion).
2.6.
Tijdens een gesprek op 25 mei 2023 is [gedaagde 2] op staande voet ontslagen. Dit ontslag is dezelfde dag schriftelijk aan hem bevestigd. In die brief is [gedaagde 2] gesommeerd om zijn concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden, Person of Interest te liquideren en de overlappende klanten te berichten dat de activiteiten beëindigd zouden worden.
2.7.
Bij brieven van 26 mei 2023 heeft Consolid [gedaagde 3] en Person of Interest gesommeerd om zich te onthouden van het ontplooien van onrechtmatige concurrerende activiteiten jegens Consolid.
2.8.
Bij brief van 26 mei 2023 van Anti Incasso is namens [gedaagde 2] de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.
2.9.
Bij brief van 14 juni 2023 aan Anti Incasso heeft de advocaat van Consolid de rechtmatigheid van het ontslag op staande voet van [gedaagde 2] toegelicht en een voorstel gedaan om de zaak buiten rechte af te doen. Dit voorstel is niet geaccepteerd.

3.Het geschil

3.1.
Consolid vordert – kort gezegd – het volgende:
1. gedaagden op straffe van dwangsommen te veroordelen om per direct hun concurrerende activiteiten op het gebied van transport, logistiek en beveiliging te staken en gestaakt te houden;
2. [gedaagde 2] op straffe van dwangsommen te gebieden zich te houden aan de onder 2.3 genoemde bedingen;
3. [gedaagde 3] op straffe van dwangsommen te gebieden zich te houden aan het onder 2.3 genoemde geheimhoudingsbeding;
4. gedaagden te bevelen om Consolid te voorzien van afschriften van:
(i) bankafschriften van de rekening(en) van Person of Interest over de periode juli 2021 tot en met juli 2023, voor zover daarop betalingen te zien zijn van opdrachtgevers op het gebied van transport, logistiek en beveiliging;
(ii) overzichten van alle kandidaten die in de periode van juli 2021 tot en met juli 2023 zijn geworven en geselecteerd, op het gebied van transport, logistiek en beveiliging;
(iii) alle uitgaande offertes, aanbiedingen en gevoerde (e-mail)correspondentie en alle interne documenten van gedaagden, waaronder begrepen besprekingsverslagen, memo’s en telefoonnotities, kortom alle schriftelijke stukken die direct of indirect betrekking hebben op functies op het gebied van transport, logistiek en beveiliging over de periode juli 2021 tot en met juli 2023;
5. het gevorderde onder 4. op straffe van dwangsommen;
6. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Consolid stelt hiertoe – samengevat weergegeven – dat [gedaagde 2] en [gedaagde 3] verboden concurrerende activiteiten ontplooien via Person of Interest. In zijn functie van Senior Intercedent bij Consolid heeft [gedaagde 2] een netwerk opgebouwd van kandidaten en klanten. Hij is gegroeid in zijn functie en ook omdat hij waarnemend vestigingsmanager en voorzitter van de OR was, beschikte hij over vertrouwelijke informatie, zoals targets, prijsmarges, prospects etc. Verder had hij toegang tot alle klanten- en kandidatenbestanden van Consolid. [gedaagde 2] was tot zijn ziekte nauw betrokken bij Gate Gourmet, marktleider op het gebied van luchtvaartcatering en sinds 2018 klant van Consolid. Op 23 mei 2023 hebben twee werknemers van Consolid een klantbezoek afgelegd bij Gate Gourmet. Tijdens dit bezoek is Consolid erachter gekomen dat Gate Gourmet ook zaken doet met Person of Interest. Tijdens het bezoek kwam zelfs een e-mail binnen van [gedaagde 3] die een kandidaat voorstelde voor de functie van vrachtwagenchauffeur vliegtuigbelading (een functie in de
core businessvan Consolid). Nader onderzoek heeft Consolid geleerd dat Person of Interest op haar website diverse vacatures heeft staan waarvan de tekst vrijwel identiek is aan de vacatures van Consolid. Op 24 mei 2023 had Person of Interest acht vacatures uitstaan bij vijf verschillende opdrachtgevers van Consolid in precies dezelfde functies. Bij de vacatures stond het telefoonnummer van [gedaagde 2] vermeld. Een en ander heeft geleid tot het ontslag op staande voet van [gedaagde 2] . De vorderingen die tegen hem in dit kort geding zijn ingesteld, zijn primair gegrond op de onder 2.3 genoemde bedingen in zijn arbeidsovereenkomst. Subsidiair is sprake van onrechtmatige concurrentie, aangezien [gedaagde 2] het bedrijfsdebiet van Consolid stelselmatig en substantieel afbreekt. Ten aanzien van [gedaagde 3] wordt ook een beroep gedaan op de onder 2.3 genoemde bedingen. Person of Interest is opgericht op 1 juli 2021. Deze datum lag nog binnen de termijn van twee jaar die geldt bij het non-concurrentiebeding en die voor [gedaagde 3] is ingegaan op 1 januari 2020. Het geheimhoudingsbeding geldt ten aanzien van [gedaagde 3] nog steeds. Daarnaast is Consolid van mening dat ook [gedaagde 3] en Person of Interest zich schuldig maken aan onrechtmatige concurrentie.
Vordering 4 is gebaseerd op artikel 843a Rv. Consolid heeft een rechtmatig belang bij de gevorderde inzage omdat zij de schade die zij lijdt als gevolg van het handelen van gedaagden moet kunnen vaststellen en moet kunnen verhalen. Consolid zal hierover op korte termijn een bodemprocedure starten.
3.3.
Gedaagden hebben verweer gevoerd. Op dit verweer wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Dit geschil gaat over mogelijke schending van arbeidsrechtelijke bedingen (concurrentie/relatiebeding, geheimhoudingsplicht en verbod op nevenactiviteiten) door [gedaagde 3] en [gedaagde 2] en onrechtmatig handelen door gedaagden. Met haar vorderingen 1 tot en met 3 beoogt Consolid de gestelde gedragingen te beëindigen. Vorderingen 4 en 5 zien op het verstrekken van informatie.
4.2.
[gedaagde 2] stelt zich op het standpunt dat het concurrentie/relatiebeding zoals opgenomen in artikel 11 van zijn arbeidsovereenkomst niet (langer) geldt. Zijn functie is in februari 2022 gewijzigd van Senior Intercedent naar Accountmanager, zo stelt hij. Hij kreeg toen wezenlijk andere taken en verantwoordelijkheden en daardoor is het beding aanmerkelijk zwaarder op hem gaan drukken. Consolid had met hem een nieuw concurrentiebeding overeen moeten komen. Dat is pas gebeurd na het ontslag op staande voet, in het kader van een voorstel tot een minnelijke regeling en hij heeft dat nieuwe concurrentiebeding niet geaccepteerd, aldus [gedaagde 2] . Consolid weerspreekt dat de functiewijziging van [gedaagde 2] daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het was wel de bedoeling dat hij zou doorgroeien tot Accountmanager, maar door zijn ziekte heeft hij die functie nooit bekleed, aldus Consolid.
4.3.
Het is aannemelijk dat de functie van Accountmanager anders is dan die van Senior Intercedent. Echter, in dit kort geding kan niet worden aangenomen dat [gedaagde 2] deze functie daadwekelijk heeft vervuld, nu Consolid dit betwist en er geen enkel schriftelijk stuk is waaruit van een functiewijziging blijkt. Voor bewijsvoering is in een kort geding geen plaats. Dat betekent voorshands dat het concurrentiebeding uit de arbeidsovereenkomst met [gedaagde 2] geldig is.
4.4.
Verder meent [gedaagde 2] dat het concurrentie/relatiebeding onredelijk bezwarend is, omdat hij uitsluitend op het gebied van arbeidsbemiddeling werkzaam is geweest, niet alleen bij Consolid, waarbij hij een netwerk heeft opgebouwd en bijzondere ervaring heeft opgedaan op het gebied van transport en logistiek. Het ligt niet voor de hand dat de arbeidsmarkt op andere gebieden dan de arbeidsbemiddeling toegankelijk is voor hem. Dit verweer slaagt evenmin. Het concurrentiebeding staat er niet aan in de weg dat [gedaagde 2] werkzaamheden in de arbeidsbemiddeling verricht in een sector waarin geen sprake is van concurrentie met Consolid. Consolid is slechts actief op het gebied van transport, logistiek en beveiliging.
4.5.
[gedaagde 2] heeft ook nog aangevoerd dat het beding op grond van artikel 11 lid 3 van de arbeidsovereenkomst vervalt, wanneer Consolid de arbeidsovereenkomst onregelmatig beëindigt. Hij wijst erop dat hij over de geldigheid van zijn ontslag een bodemprocedure is begonnen. Dit argument slaagt niet. Het is voorshands niet uitgesloten dat het gegeven ontslag overeind zal blijven in de bodemprocedure.
4.6.
De conclusie luidt vooralsnog dat [gedaagde 2] aan het concurrentie- en relatiebeding dat is opgenomen in zijn arbeidsovereenkomst gebonden is. [gedaagde 2] heeft verzocht in dat geval het beding in tijd te beperken en ook te beperken tot specifieke klanten van Consolid. Het beding zal worden beperkt tot één jaar en tot de klanten van Consolid die activiteiten verrichten op het gebied van transport, logistiek en veiligheid. Daarbij is meegewogen dat het concurrentie/relatiebeding ook gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van Person of Interest, zoals hierna zal blijken, en dus ook voor [gedaagde 3] . Zowel [gedaagde 2] als [gedaagde 3] zijn hun baan kwijt en zitten nu zonder inkomsten.
4.7.
Het nevenactiviteitenbeding (artikel 9) heeft voor [gedaagde 2] geen werking meer. Consolid heeft [gedaagde 2] immers op staande voet ontslagen. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat het dienstverband is beëindigd, zodat van
nevenwerkzaamheden ook geen sprake meer kan zijn.
4.8.
[gedaagde 3] en [gedaagde 2] hebben op grond van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst een geheimhoudingsplicht, waaraan zij zich ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst moeten houden. Consolid heeft echter onvoldoende concreet gesteld en onderbouwd waaruit de overtreding van de geheimhoudingsplicht door hen bestaat. Dat zij toegang hadden tot bedrijfsinformatie, zoals targets, prijsmarges, prospects en alle klanten- en kandidatenbestanden, betekent nog niet dat zij die informatie ook hebben gedeeld met anderen. Er bestaat daarom onvoldoende grond voor een gebod om zich op straffe van dwangsommen aan dit beding te houden.
4.9.
Slotsom van het voorgaande is dat het gevorderde gebod aan [gedaagde 2] om zich te houden aan het concurrentiebeding zal worden toegewezen, om redenen die hierna uiteen worden gezet, met dien verstande dat de duur en omvang zal worden beperkt. Het gevorderde gebod zich te houden aan de geheimhoudingsplicht en het verbod op nevenactiviteiten zullen worden afgewezen. Ook het gevorderde gebod aan [gedaagde 3] om zich te houden aan de geheimhoudingsplicht wordt afgewezen.
Veroordeling tot het staken van concurrerende activiteiten.
4.10.
Consolid vordert om alle gedaagden te veroordelen de concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden. Het verrichten van concurrerende activiteiten is onrechtmatig volgens Consolid. De concurrerende activiteiten bestaan er volgens haar uit dat gedaagden hebben bemiddeld in dezelfde of soortgelijke functies als Consolid doet. In het bijzonder geldt dat voor functies bij Gate Gourmet. Uit gegevens op externe vacaturewebsites (geraadpleegd op 27 juli 2023) blijkt dat Person of Interest nog altijd vacatures plaatst voor functies bij klanten van Consolid (onder meer op Schiphol). [gedaagde 3] en Person of Interest profiteren van de wanprestatie van [gedaagde 2] , aldus Consolid.
4.11.
Het is [gedaagde 2] op grond van het concurrentie/relatiebeding in zijn arbeidsovereenkomst niet toegestaan concurrerende activiteiten te verrichten. Het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst van [gedaagde 3] liep twee jaar na het einde van zijn dienstverband met Consolid af. Dat was op 1 januari 2022. Of [gedaagde 3] alsnog kan worden veroordeeld om concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden, hangt af van de vraag of de activiteiten die hij verricht onrechtmatig zijn jegens Consolid.
4.12.
Van onrechtmatige concurrentie is sprake als een voormalig werknemer het duurzame bedrijfsdebiet van de voormalig werkgever stelselmatig en substantieel afbreekt, daarbij gebruik makend van vertrouwelijke kennis of gegevens die hij bij zijn voormalig werkgever heeft verkregen. Met Person of Interest hebben [gedaagde 2] en [gedaagde 3] een nieuw bedrijf opgericht dat zich onder meer - evenals Consolid - lijkt te richten op arbeidsbemiddeling in de transport- en logistieksector. Gebleken is dat Person of Interest dezelfde klant bedient als Consolid, te weten Gate Gourmet. Verder heeft Person of Interest vacatures uitstaan bij vijf verschillende opdrachtgevers van Consolid (zie productie 12 bij dagvaarding). Ook op externe vacaturewebsites heeft Person of Interest vacatures geplaatst bij klanten van Consolid (zie productie 21 bij dagvaarding). Het stelselmatig en substantieel afbreken van het duurzaam bedrijfsdebiet is in deze zaak echter onvoldoende aannemelijk geworden. Hiervoor wordt in eerste instantie gewezen naar de omzet- en winstcijfers van beide ondernemingen waaruit blijkt dat Person of Interest een zeer kleine speler is in de markt ten opzichte van Consolid. Ook is in deze markt gebruikelijk dat een opdrachtgever zaken doet met meerdere uitzendbureaus. Dit blijkt wel uit het feit dat Gate Gourmet ook nog steeds zaken doet met Consolid. Er is om die reden geen sprake van het “afpakken” van klanten.
4.13.
Wel is aannemelijk geworden dat [gedaagde 2] in strijd met het voor hem geldende concurrentie/relatiebeding heeft gehandeld. Dit blijkt uit het feit dat Gate Gourmet klant is van Person of Interest (dus ook van [gedaagde 2] ) en dat Person of Interest (dus ook [gedaagde 2] ) zaken doet met andere opdrachtgevers van Consolid, zoals blijkt (zie hiervoor) uit producties 12 en 21 bij de dagvaarding. Dat - zoals [gedaagde 2] stelt - bij Consolid algemeen bekend was dat hij een eigen onderneming in de arbeidsbemiddeling had, waarmee hij lijkt te insinueren dat hij toestemming had voor de concurrerende nevenactiviteiten, heeft hij onvoldoende onderbouwd. Het feit dat in het bij zijn sollicitatie meegestuurde CV staat dat hij als ZZP-er kandidaten bemiddelt naar een nieuwe baan, is daarvoor niet voldoende.
[gedaagde 2] dient de concurrerende activiteiten dus te staken en gestaakt te houden.
4.14.
Omdat Person of Interest geen “
Chinese walls” heeft wordt het verbod om concurrerende activiteiten te verrichten niet alleen uitgesproken tegen [gedaagde 2] maar ook tegen [gedaagde 3] en Person of Interest. Praktisch gezien is het moeilijk voorstelbaar dat [gedaagde 2] (bijvoorbeeld) geen zaken mag doen met Gate Gourmet en [gedaagde 3] en/of Person of Interest wel. Op die manier zou het concurrentiebeding te gemakkelijk kunnen worden omzeild. De grondslag om de veroordeling ook jegens [gedaagde 3] en Person of Interest uit te spreken is erin gelegen dat het onrechtmatig is indien zij gebruik (misbruik) maken van de wanprestatie van [gedaagde 2] . Dus ook [gedaagde 3] en Person of Interest dienen de concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden.
4.15.
Deze veroordeling zal worden uitgesproken voor de duur van één jaar, want deze is gekoppeld aan het concurrentiebeding met [gedaagde 2] dat zoals hiervoor onder 4.6 is overwogen in duur is beperkt tot één jaar. Omdat [gedaagde 2] met ingang van 1 maart 2023 door ziekte niet meer voor Consolid heeft gewerkt, wordt het redelijk geacht de termijn van één jaar te laten ingaan op die datum. Vanaf die datum had hij immers geen toegang meer tot mogelijk bedrijfsgevoelige informatie. De dwangsom zal worden opgelegd in die zin dat die niet per dag maar per overtreding wordt opgelegd.
Bevel tot het verstrekken van bescheiden (843aRv)
4.16.
Om een vordering op grond van artikel 843a Rv te kunnen toewijzen moet deze voldoen aan de volgende voorwaarden:
  • men moet een rechtmatig belang hebben;
  • het moet gaan om bepaalde bescheiden; en
  • men moet partij zijn bij een rechtsbetrekking.
4.17.
Consolid stelt de bescheiden nodig te hebben om haar rechtspositie in een bodemprocedure tot vergoeding van schade te kunnen bepalen. Volgens gedaagden ontbreekt het rechtmatig belang omdat de gevraagde stukken geen baat leveren of tot bewijslevering strekken van de rechtspositie of de hoogte van de schade. Geoordeeld wordt dat de bescheiden op zich relevant kunnen zijn om te kunnen vaststellen met welke klanten gedaagden onrechtmatig en/of in strijd met de bedingen contact hebben gehad en/of samen hebben gewerkt en om de daardoor geleden schade te kunnen vaststellen. Het rechtmatig belang is daarmee in beginsel aanwezig.
4.18.
Het bestaan van een rechtsbetrekking heeft Consolid aannemelijk gemaakt. Het gestelde onrechtmatig handelen door gedaagden dan wel de overtreding van de bedingen door [gedaagde 3] en [gedaagde 2] is daartoe voldoende.
4.19.
De gevraagde bescheiden zijn echter onvoldoende bepaald. Bij de bankafschriften (categorie i) ontbreken namen van mogelijke opdrachtgevers. Dit terwijl Consolid in staat moet zijn zelf deze namen te verstrekken. Ook is niet aangeduid op welke rechtsverhouding of overeenkomst de transacties betrekking zouden moeten hebben. De kandidatenoverzichten (categorie ii) bestaan niet als zodanig en zouden dus moeten worden gemaakt. Bovendien is niet duidelijk gemaakt welke gegevens in dat overzicht zouden moeten staan. Categorie iii is veel te ruim geformuleerd en onvoldoende gespecificeerd. Dit duidt op een
fishing expedition. Voor alle categorieën geldt dat het aan gedaagden wordt overgelaten te beoordelen welke stukken daartoe behoren . Toewijzing van de vordering zal dan leiden tot executieproblemen. Kort gezegd komt het erop neer dat Consolid met de te ruime formulering van deze vordering haar hand heeft overspeeld.
4.20.
Nu partijen over en weer gedeeltelijk in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten verrekend in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagden om na betekening van dit vonnis voor de duur van één jaar, ingaande op 1 maart 2023, hun concurrerende activiteiten op het gebied van transport, logistiek en beveiliging te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 2.500,- per overtreding, met een maximum van € 100.000,-,
5.2.
gebiedt [gedaagde 2] zich voor de duur van één jaar, ingaande op 1 maart 2023, te houden aan het concurrentiebeding zoals opgenomen in artikel 11 van de arbeidsovereenkomst, doch beperkt tot klanten van Consolid die activiteiten verrichten op het gebied van transport, logistiek en beveiliging, op straffe van een dwangsom van € 2.500,- per overtreding, met een maximum van € 100.000,-,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
verrekent de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2023. [1] Bij afwezigheid van mr. Konings is dit vonnis ondertekend door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, die het vonnis uitsprak.

Voetnoten

1.type: MV