ECLI:NL:RBAMS:2023:4980

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
13/1157792-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door Rechtbank Amsterdam

Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Rechtbank Brno in Tsjechië. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland gedetineerd was. De officier van justitie had op 24 mei 2023 verzocht om de behandeling van het EAB, dat op 24 april 2023 was uitgevaardigd. Tijdens de zitting op 28 juni 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A. Foppen, en een tolk in de Poolse taal. De raadsvrouw heeft verklaard dat het EAB voldoet aan de vereisten en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De officier van justitie concludeerde dat de overlevering toelaatbaar is.

De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak over de overlevering met 30 dagen verlengd. De opgeëiste persoon heeft ter zitting bevestigd dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt een vonnis van de Rechtbank Brno van 1 september 2022, waarbij de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van twaalf maanden is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft geoordeeld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, naar Nederlands recht kwalificeert als diefstal door twee of meer verenigde personen.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering toe te staan, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 juli 2023. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/1157792-23
Datum uitspraak: 12 juli 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 24 mei 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 24 april 2023 door de Rechtbank Brno (Tsjechië) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1988,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [penitentiaire inrichting] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 28 juni 2023, in aanwezigheid van mr. M. al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A. Foppen, advocaat in Harderwijk, en door een tolk in de Poolse taal.
De raadsvrouw heeft opgemerkt dat het EAB voldoet aan de vereisten en zij heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de verzochte overlevering toelaatbaar is.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een vonnis van de Rechtbank Brno van 1 september 2022 (referentie: 12 T 125/2022), dat in kracht van gewijsde is gegaan op 1 september 2022.
Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van twaalf maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Het EAB vermeldt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf rekening wordt gehouden met de periode van voorarrest van één dag, veertien uur en 39 minuten. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
Dit vonnis betreft het feit zoals dat is omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid; feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als een feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 311 Wetboek van Strafrecht en 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank Brno (Tsjechië) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.E.M. James-Pater, voorzitter,
mrs. J. van Zijl en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.R. Eijsten, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 12 juli 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.