ECLI:NL:RBAMS:2023:4946

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
C/13/733698 / FA RK 23/3148
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor paspoort en reis met minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 29 juni 2023 een beschikking gegeven in een geschil tussen een vader en een moeder over de vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort voor hun minderjarige kind, geboren in 2017. De vader verzocht om toestemming om met het kind naar Turkije te reizen in de periode van 22 juli 2023 tot en met 20 augustus 2023. De moeder had eerder aangegeven dat zij ook met het kind op vakantie wilde, maar er was onduidelijkheid over de afspraken en de communicatie tussen de ouders was gebrekkig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder weliswaar toestemming had gegeven voor de verlenging van het paspoort, maar dat zij de benodigde formulieren niet correct had verstrekt. Dit leidde tot de conclusie dat vervangende toestemming in het belang van het kind wenselijk was. De rechtbank heeft de verzoeken van de vader toegewezen en de moeder niet veroordeeld in de kosten van de procedure, omdat er geen aanleiding was om dit te doen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/733698 / FA RK 23/3148 (ED/JS)
Beschikking van 29 juni 2023
in de zaak van:
[naam vader] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. A. van den Berg te Arnhem
tegen
[naam moeder]
,
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: de moeder.
De rechtbank merkt de gecertificeerde instelling (verder: GI) Jeugdbescherming Amsterdam, gevestigd te Amsterdam, als informant aan.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder
-het verzoek van de vader, ingekomen op 15 mei 2023;
-een F2 formulier afkomstig van de advocaat van de moeder, waarbij deze zich onttrekt als advocaat;
-een email van de advocaat van de vader aan de GI met cc aan de rechtbank van 14 juni 2023;
-een F9 formulier van de zijde van de vader van 16 juni 2023 met productie 1;
-een F9 formulier van de zijde van de vader van 20 juni 2023 met productie 3 tot en met 9;
-een F9 formulier van de zijde van de vader met productie 10, ingekomen op 21 juni 2023;
1.2.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 22 juni 2023.
Verschenen zijn: de vader en zijn advocaat, de moeder en mw. [naam 1] en mw. [naam 2] namens de GI.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad, welke relatie is beëindigd.
Uit deze relatie is geboren:
[minderjarige] ,
geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] /de minderjarige.
2.2
Partijen oefenen gezamenlijk het gezag uit over [minderjarige] . [minderjarige] woont sinds het uiteengaan van partijen bij de vader.

3.De verzoeken

3.1.
De vader verzoekt vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort voor [minderjarige] en voor een vakantie met [minderjarige] naar Turkije in de periode 22 juli 2023 tot en met 20 augustus 2023. Ook verzoekt de vader om de moeder te veroordelen in de kosten van de procedure, aan de zijde van vader begroot op € 2.008,00 met de wettelijke rente vanaf de 14de dag na afgifte van de beschikking.

4.De standpunten

4.1.
De vader heeft bij de mondelinge behandeling mede bij monde van zijn advocaat onder meer verklaard dat hij met [minderjarige] en met zijn dochter van een andere moeder, [naam 3] , op vakantie wil naar Turkije om familie te bezoeken. De moeder van [naam 3] heeft hier met het boeken van haar eigen vakantie met [naam 3] rekening mee gehouden en heeft dit langere tijd geleden al geregeld met haar werkgever. De moeder heeft in een overleg in februari 2023 aangegeven dat zij maximaal twee weken met [minderjarige] op vakantie wilde. In de (aangehouden) omgangszaak is besloten dat er onderling omgangsafspraken tussen ouders moeten worden gemaakt. De vader en diens advocaat hebben zowel aan de moeder als aan haar advocaat meerdere keren verzocht hun wensen met betrekking tot de vakantie op te geven maar er komt telkens geen reactie. De moeder zegt toe dat ze toestemming geeft voor paspoort en vakanties, maar die toestemming komt er niet. De moeder heeft het toestemmingsformulier of niet teruggestuurd of niet op de juiste wijze ondertekend en de vader kan nog steeds geen vakantie boeken. De moeder geeft nu aan dat ze samen met haar beide dochters tijd door wil brengen maar dat had zij eerder kunnen aangeven. De vader moet continu het initiatief nemen. De vader dient gecompenseerd te worden en daarom wordt er om een kostenveroordeling verzocht. Als de vervangende toestemming is verleend, dan is de vader bereid om de herfstvakantie op te geven. Er zijn veel zorgen over het draagvlak van de moeder en er is geen perspectief wanneer de omgang tussen [minderjarige] en de moeder kan worden hervat. Als er weer omgang mogelijk is, moet [minderjarige] daarop worden voorbereid, zeker na de abrupte breuk in het contact. Ze kan niet worden geforceerd in een regeling die niet haalbaar blijkt te zijn. Een schriftelijke aanwijzing door de GI aan de moeder, zou helpend zijn.
4.2
De moeder heeft onder meer verklaard dat zij toestemming geeft voor verlenging van het paspoort van [minderjarige] en dat dit in een beslissing kan worden vastgelegd. De moeder wil zelf twee weken met [minderjarige] en haar dochter van een andere vader, [naam 4] , op vakantie naar Marokko als dit financieel haalbaar is. In een andere procedure is door de rechtbank beslist dat de vader van [naam 4] in de periode van 9 augustus 23 tot 1 september 2023 met [naam 4] op vakantie mag. Dan blijft er beperkte tijd voor de moeder over om met haar beide kinderen op vakantie te kunnen. De moeder heeft de vader eerder geen toestemming voor de vakantie gegeven omdat ze ook rekening moest houden met de wensen van de vader van [naam 4] . De moeder heeft voorgesteld dat beide vaders met elkaar hierover zouden communiceren maar dat is niet gebeurd. Sinds april jl. heeft de moeder de omgang met [minderjarige] stopgezet, uit bescherming van [minderjarige] en haarzelf. Er waren tijdens de overdracht telkens escalaties in het bijzijn van [minderjarige] . De zorgen over de belastbaarheid van de moeder hebben ermee te maken dat zij in de schuldsanering zit en beperkt weekgeld krijgt. Ook vindt de moeder het te zwaar om steeds met [minderjarige] naar de school te moeten reizen. Daarbij komt dat de school vlak bij de woning van de vader ligt en de moeder op school wordt geconfronteerd met de vader of diens familie, wat voor stress zorgt. De moeder wordt door de school buitengesloten en niet geïnformeerd.
4.2.
De GI heeft bij de mondelinge behandeling onder meer verklaard dat sprake was van escalaties en onenigheid bij de overdracht, waardoor de moeder de omgang heeft gestopt. Er is een gesprek geweest van de GI met de moeder en de vader om de omgang, zoals vastgelegd in de beschikking van de rechtbank, weer te hervatten, als het lukt kan het LdH eventueel de omgang begeleiden. De moeder wil weer starten met de omgang, maar de vader is het niet eens met de vastgelegde omgangsregeling en wil dat de moeder eenmaal in de zes weken onder begeleiding contact met [minderjarige] heeft. De betrokken instanties hebben geconstateerd dat de omgang met de moeder voor [minderjarige] veilig is en er geen begeleiding nodig is. De moeder valt na een contact met vader terug in angst. Parallel Solo ouderschap is ingezet en daarnaast is er hulp van PSO Altra en het Leger des Heils. 10 voor Toekomst ondersteunt de moeder in haar draagkracht en draaglast. Zij hebben aangegeven dat een fifty fifty regeling niet haalbaar wordt geacht. In het overleg van februari 2023 is benoemd dat de moeder in de zomervakantie twee weken met [minderjarige] zou hebben en zijn de afspraken in een verslag vastgelegd. Op papier zijn er afspraken gemaakt, maar in de praktijk lukt het niet ze uit te voeren.

5.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
5.1.
Nu de gewone verblijfplaats van de minderjarige in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek.
Wettelijk kader
5.2.
Op grond van artikel 1:253a, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek (BW) kunnen, in geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag, geschillen hieromtrent op verzoek van de ouders of een van hen worden voorgelegd aan de rechtbank.
De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
inhoudelijk
5.3.
Gelet op hetgeen bij de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat het afgeven van een verklaring van vervangende toestemming voor het aanvragen van een Nederlands Paspoort, als bedoeld in artikel 36, tweede lid van de Paspoortwet, in het belang van [minderjarige] wenselijk is. Bij de mondelinge behandeling heeft de moeder verklaard dat zij toestemming geeft voor verlenging van het paspoort, maar gebleken is dat zij de benodigde formulieren nog niet -correct- aan de vader heeft verstrekt. Dit maakt dat de rechtbank redenen ziet om vervangende toestemming te verlenen.
5.4.
Ook zal de rechtbank het verzoek van de vader om vervangende toestemming voor een vakantie met [minderjarige] naar Turkije in de periode 22 juli 2023 tot en met 20 augustus 2023, toewijzen.
5.5.
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de vader de toestemming te onthouden en acht inwilliging van dit verzoek in het belang van [minderjarige] . Uit de notulen van het gesprek van ouders met de gezinsmanager van 1 februari 2023, die aan de rechtbank zijn overgelegd door de advocaat van de vader (productie 6), blijkt dat er is afgesproken dat de vader de eerste vier weken van de zomervakantie met [minderjarige] zou doorbrengen, en de moeder de laatste twee weken. Naar aanleiding hiervan heeft ex partner van de vader haar eigen vakantie met het halfzusje van [minderjarige] , [naam 3] , hierop afgestemd en heeft zij al een vakantie geboekt. Het is te begrijpen dat de vader zijn beide dochters -deels- samen vakantie wil laten vieren en dat hij rekening houdt met de vakantie van de moeder van [naam 3] . De vader (en zijn advocaat) hebben de moeder (en haar -toenmalig- advocaat) meerdere keren schriftelijk benaderd over de wensen van de moeder met betrekking tot de vakantie. De moeder heeft hierop niet gereageerd. De moeder heeft bij de mondelinge behandeling verklaard dat zij met haar beide dochters, [minderjarige] en [naam 4] -die een andere vader heeft- tijd door wil brengen en dat zij ook rekening moet houden met de vakantie van de vader van [naam 4] . Die vakantie is middels een beschikking van de rechtbank -in een andere procedure- vastgelegd. De rechtbank is alles overziend, van oordeel dat de moeder ruimschoots de gelegenheid heeft gehad om zowel met de vader van [minderjarige] als met de vader van [naam 4] (nadere) afspraken te maken over de verdeling van de a.s. zomervakantie. Dat heeft zij nagelaten en zij heeft niet (adequaat) gereageerd op mails van de vader van [minderjarige] (en diens advocaat) van die strekking. De moeder heeft zelf geen initiatief genomen en de vader in onzekerheid gelaten. De rechtbank gaat niet mee in het standpunt van de moeder dat de ex partners van de moeder afspraken hadden kunnen maken over de vakanties. Het had op de weg van de moeder gelegen om hier in overleg met alle betrokkenen -tijdig- afspraken over te maken.
De rechtbank is niet gebleken van feiten of omstandigheden die zich tegen afgifte van een verklaring van vervangende toestemming zouden verzetten.
De rechtbank zal de verzoeken toewijzen.
kostenveroordeling
De rechtbank ziet geen aanleiding om de moeder te veroordelen in de kosten van de procedure en zal het verzoek van de vader hiertoe afwijzen.

6.De beslissing

6.1.
De rechtbank:
-verleent aan de vader een verklaring van toestemming als bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Paspoortwet ter vervanging van een verklaring van de moeder, ten behoeve van het verkrijgen van een Nederlands reisdocument in de vorm van een paspoort voor voornoemde minderjarige: [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] ;
-verleent de vader vervangende toestemming om met [minderjarige] ,
geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] , naar Turkije, Istanbul en Izmir, te reizen in de periode van 22 juli 2023 tot en met 20 augustus 2023;
-verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het verzoek van de vader om de moeder te veroordelen in de kosten van de procedure.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. E.M. Devis, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van J.O. van Saase-Zaagman, griffier, op 29 juni 2023. [1]
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).