Op 9 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een civiele zaak met zaaknummer C/13/725372 / HA ZA 22-949. In deze zaak vorderde de gedaagde, in hoedanigheid van erfgenaam en vereffenaar, dat de rechtbank het vonnis in incident van 22 maart 2023 opschort ten aanzien van het verbeuren van dwangsommen. De eiser, die in de hoofdzaak de eisende partij is, voerde verweer tegen deze vordering. De rechtbank heeft in haar vonnis bepaald dat de gedaagde uiterlijk één maand na het vonnis (22 april 2023) bepaalde documenten aan de eiser moet verstrekken, waaronder taxatierapporten en bankafschriften. De rechtbank heeft een dwangsom van € 1.500,- per dag opgelegd voor iedere dag dat de gedaagde in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 300.000,-. De rechtbank overwoog dat de gedaagde niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij er alles aan heeft gedaan om de documenten tijdig te verkrijgen en dat de dwangsommen terecht verbeurd worden. De rechtbank heeft de vorderingen van de gedaagde afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak zal op 23 augustus 2023 weer op de rol komen voor beraad over een mondelinge behandeling.