hij op of omstreeks 27 februari 2022 te Breezand, gemeente Hollands Kroon, in elk geval in
Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als (beginnend) bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto, kenteken [kenteken] ), daarmede rijdende over de weg, de N99, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door -na voorafgaand gebruik van een of meer verdovende middelen- zeer, althans aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/of onoplettend, niet zoveel mogelijk rechts te houden maar zodanig naar links te rijden, dat hij, met overschrijding van een dubbele ononderbroken asmarkering, terecht is gekomen op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomende verkeer en in botsing of aanrijding is gekomen met een hem op die weghelft tegemoetrijdende personenauto (merk Renault), waardoor aan de bestuurder van die personenauto (genaamd [slachtoffer 1] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een borstbeenfractuur en/of meerdere ribfracturen en/of contusiehaarden en een subdurale bloeding in het brein en/of een of meer wervelfracturen werd toegebracht,
en/of
aan de passagier van die personenauto (genaamd [slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een gecompliceerde onderarmfractuur en/of een gecompliceerde wervelfractuur en/of een ribfractuur en/of een hersenschudding, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel
gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet;