In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 16 januari 2023, in de zaak tussen eiser en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (namens Duo), wordt het beroep van eiser tegen het besluit van Duo van 7 juni 2022 beoordeeld. Eiser, die in Amsterdam woont, had zijn maximale aantal maanden prestatiebeurs verbruikt volgens de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) en kon per 1 juli 2022 nog maximaal 24 maanden lenen. Duo handhaafde dit besluit na het bezwaar van eiser.
De rechtbank heeft op 15 december 2022 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van Duo digitaal aanwezig was, maar eiser niet verscheen. De rechtbank oordeelt dat Duo terecht heeft besloten dat eiser geen prestatiebeurs meer kan ontvangen en alleen nog kan lenen voor de resterende periode. Eiser had aangevoerd dat hij per september 2022 een nieuwe opleiding was begonnen en dat hij langer moest kunnen lenen om deze af te ronden. Hij vroeg om toepassing van de hardheidsclausule in de Wsf 2000, maar de rechtbank oordeelt dat hij onvoldoende bijzondere omstandigheden heeft aangetoond die een afwijking van de wet rechtvaardigen.
De rechtbank concludeert dat er geen reden is om de hardheidsclausule toe te passen en dat eiser zelf op zoek moet naar alternatieve bronnen van inkomsten, zoals een bijbaan of tegemoetkomingen voor opleidings- en huurkosten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen recht op vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.