Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
[eiser] ,
[gedaagde] ,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- het vonnis van 10 maart 2023,
- akte niet dienen aan de zijde van de vrouw.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 4 augustus 2023 een eindvonnis uitgesproken in een geschil tussen een man en een vrouw over de afrekening van gemeenschappelijke schulden na hun echtscheiding. De man vorderde een bedrag van € 5.484,15 van de vrouw, wat de helft is van de door hem betaalde gemeenschappelijke schulden, die in totaal € 10.968,30 bedroegen. De vrouw heeft geen bewijs kunnen leveren van haar eigen betalingen aan gemeenschappelijke schulden, waardoor de vordering van de man werd toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de man voldoende bewijs had geleverd voor de door hem betaalde schulden, terwijl de vrouw niet in staat was om haar claims te onderbouwen. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 649,21 toegewezen aan de man, evenals de wettelijke rente over zowel het toegewezen bedrag als de incassokosten. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De vrouw had verzocht om de uitvoerbaarheid bij voorraad af te wijzen, maar de kantonrechter oordeelde dat het belang van de vrouw zwaarder woog dan dat van de man, gezien het restitutierisico voor de man. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, maar de vrouw heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.