Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
- [minderjarige 1] ,
- [minderjarige 2] ,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 januari 2023 een beschikking gegeven betreffende voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. K.E. van Lotringen, verzoekt de rechtbank om de minderjarige kinderen aan haar toe te vertrouwen en een zorgregeling vast te stellen. De man, vertegenwoordigd door mr. M.F. Achekar, heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven te berusten in het verzoek van de vrouw.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw gedurende het huwelijk de meeste zorg voor de kinderen heeft gedragen en dat het in het belang van de kinderen is dat zij de verzorging en opvoeding op zich neemt. De man heeft geen bezwaar gemaakt tegen de toevertrouwing van de kinderen aan de vrouw. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek van de vrouw toe te wijzen.
Daarnaast is er een voorlopige zorgregeling vastgesteld, waarbij de man de kinderen elke zondag om 12.00 uur ophaalt en om 16.00 uur terugbrengt. De rechtbank heeft benadrukt dat deze regeling, die slechts eenmaal per week contact tussen de man en de kinderen inhoudt, niet in het belang van de kinderen lijkt en heeft partijen aangespoord om in overleg met hulpverlenende instanties te zorgen voor meer contactmomenten.
Tot slot heeft de rechtbank bepaald dat de vrouw uitsluitend gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning, waarbij de man de woning dient te verlaten en deze niet mag betreden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.