3.3.Oordeel van de rechtbank
Op 30 januari 2022 is er tijdens een feestje in een hotelkamer van het [naam 1] in Amsterdam-West een handgemeen ontstaan tussen meerdere personen. [slachtoffer] is hierbij gewond geraakt en [getuige] is geschopt en geslagen.
[slachtoffer] heeft bij de politie verklaard dat hij samen met [persoon 1] , [persoon 2] en [getuige] op het feestje aanwezig was. Op een gegeven moment besloten zij het feest te verlaten omdat er transfobe opmerkingen naar [persoon 1] werden gemaakt en [naam 2] (de rechtbank begrijpt: verdachte) ruzie zocht met [getuige] . Toen zij er eenmaal buiten achter kwamen dat [getuige] zijn telefoon kwijt was en hij deze vermoedelijk in de hotelkamer was vergeten, zijn [slachtoffer] en [persoon 2] terug naar boven gegaan om de telefoon te zoeken. [getuige] is even later ook weer naar boven gekomen. Toen zocht [naam 2] weer negatief contact met [getuige] . [naam 2] gedroeg zich al de hele avond vreemd. Er ontstond vervolgens een discussie tussen [getuige] en [naam 2] en steeds meer mensen kwamen zich ermee bemoeien. Uit het niets duwde één van de jongens uit de groep met beide handen tegen [getuige] , waardoor hij op de grond viel. Iedereen van de groep en [naam 2] begonnen toen om zich heen te slaan. Elke keer als [getuige] wilde opstaan werd hij weer geslagen. [slachtoffer] probeerde samen met [persoon 2] de mensen van [getuige] af te halen. Een bredere jongen en [naam 2] begonnen toen hard op hem in te slaan. Op een gegeven moment voelde [slachtoffer] een harde klap op zijn mond. Even later merkte hij dat er bloed uit zijn mond kwam en hij twee voortanden miste.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat [naam 2] (de rechtbank begrijpt: verdachte) stoer aan het doen was en opmerkingen aan het maken was over hem, zijn vriend en [naam 3] (de rechtbank begrijpt: [persoon 1] ). Ook bleef [naam 2] homofobe opmerkingen maken naar hem en [slachtoffer] . Verder verklaarde hij dat er direct ruzie ontstond toen hij terugkwam in de hotelkamer en dat hij, [slachtoffer] en [persoon 2] met vuisten werden geslagen. Eén van de jongens sloeg [slachtoffer] met volle vuistkracht, waardoor [slachtoffer] een paar tanden verloor.
Getuige [persoon 2] heeft verklaard dat een groep van ongeveer zes mannen tegenover haar, [slachtoffer] en [getuige] stond. Zij zag dat [getuige] in zijn gezicht werd geslagen en dat vervolgens iedereen [getuige] begon te slaan. [getuige] werd geslagen en geschopt. Vervolgens zag ze dat [slachtoffer] en [getuige] hard in het gelaat werden geslagen. [persoon 2] heeft gezien dat [naam 2] (de rechtbank begrijpt: verdachte) [getuige] en [slachtoffer] meerdere malen hard heeft geslagen op hun lichaam en in hun gelaat.
De verbalisanten die na het incident ter plaatse kwamen zagen dat het T-shirt van verdachte gescheurd was en onder de bloedvlekken zat.
Betrokkenheid verdachte
De rechtbank acht op grond van de aangifte en het nadere verhoor van [slachtoffer] , de getuigenverklaringen van [getuige] en [persoon 2] en de omstandigheid dat verdachte bloed op zijn T-shirt had, bewezen dat verdachte zowel [slachtoffer] als [getuige] meermalen heeft geslagen tegen het hoofd, althans in ieder geval tegen het lichaam.
Medeplegen
Van medeplegen is sprake wanneer twee of meer personen gezamenlijk een strafbaar feit plegen. Daarbij hoeven niet alle delictsbestanden door alle daders vervuld te zijn. De relevante criteria in dit verband zijn de vragen of er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten en of er sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering. Van belang zijnde elementen voor het aannemen van bewuste en nauwe samenwerking zijn bijvoorbeeld de intensiteit van de samenwerking, de taakverdeling, de rol in de voorbereiding, uitvoering of afhandeling, het zich al dan niet distantiëren en aanwezigheid op belangrijke momenten.
Uit de hiervoor beschreven feiten en omstandigheden blijkt dat sprake was van een nauwe en bewust samenwerking van verdachte met meerdere andere personen , zodat het handelen van verdachte kan worden gekwalificeerd als medeplegen. De door verdachte geuite discriminerende opmerkingen tegen [slachtoffer] , [persoon 1] , en [getuige] waren voor hen en [persoon 2] aanleiding om het feestje te verlaten. Toen [getuige] naar de hotelkamer kwam om zijn telefoon te zoeken, ontstond er een discussie tussen [getuige] en verdachte. Meerdere personen bemoeide zich met de situatie en de situatie escaleerde. Alle personen uit de groep waartoe verdachte behoorde hebben [slachtoffer] en [getuige] geslagen. [getuige] is ook geschopt. Verdachte zelf deelde verschillende klappen uit aan de slachtoffers. Een ander uit de groepgaf [slachtoffer] een harde klap in zijn gezicht waardoor [slachtoffer] twee tanden verloor.
Zwaar lichamelijk letsel
Of sprake is van zwaar lichamelijk letsel hangt af van de aard en de ernst van het toegebrachte letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel. Uit de analyse van de tandarts van 31 januari 2022 blijkt dat het paradontaal ligament (de vezels die de tanden in de tandkassen houden) necrotisch (afgestorven) zal zijn en er wordt geen genezing verwacht. De tanden moeten op termijn worden vervangen door implantaten en kronen. Uit de slachtofferverklaring ter zitting begrijpt de rechtbank dat [slachtoffer] ten tijde van de zitting, bijna anderhalf jaar na het verlies van zijn voortanden, nog steeds last heeft met eten. De rechtbank is van oordeel dat dergelijk omvangrijk letsel, de noodzaak van het medisch ingrijpen en de omstandigheid dat geen genezing wordt verwacht, als zwaar lichamelijk letsel kwalificeert.
Geen noodweer
Een geslaagd beroep op noodweer vereist een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van lijf, eerbaarheid of goed, waartegen noodzakelijke verdediging geboden is. Naar het oordeel van de rechtbank is het echter niet aannemelijk dat sprake was van ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Het dossier bevat daarvoor geen aanknopingspunten. Het verweer van de raadsvrouw wordt verworpen.
Conclusie
De rechtbank komt op grond van voornoemde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, tot de conclusie dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van mishandeling van [slachtoffer] en [getuige] , terwijl die mishandeling bij [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel ten gevolge had.