In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 juli 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Eigen Haard en BeauFin B.V., die optreedt als bewindvoerder van de huurder [naam 1]. De eiser, Eigen Haard, vorderde ontruiming van de woning van [naam 1] omdat deze zich niet als goed huurder had gedragen. De huurovereenkomst, die op 21 augustus 2013 was ingegaan, bevatte expliciete voorwaarden waaronder het verbod op het kweken van hennep. Op 19 maart 2023 werd in de woning een hennepkwekerij aangetroffen met 95 planten en diverse lampen. Ondanks de ontkenning van [naam 1] dat hij op de hoogte was van de kwekerij, oordeelde de kantonrechter dat hij verantwoordelijk was voor wat er in zijn woning gebeurde. Eigen Haard stelde dat de huurder ernstig tekortgeschoten was in zijn verplichtingen, wat grond gaf voor ontbinding van de huurovereenkomst.
BeauFin voerde aan dat [naam 1] een tweede kans verdiende, gezien zijn verslavingsproblematiek en de druk waaronder hij zou hebben gestaan. De kantonrechter oordeelde echter dat de tekortkoming van [naam 1] ernstig was en dat het belang van Eigen Haard, als verhuurder, zwaarder woog dan het belang van [naam 1] bij het behoud van zijn woning. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, met een ontruimingstermijn van drie maanden, en veroordeelde BeauFin tot betaling van de huur tot aan de ontruiming en in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van huurders voor hun woning en de gevolgen van het overtreden van huurovereenkomsten.