Verzoeken en verweer op het (voorwaardelijk) tegenverzoek
2. [verzoekster] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, kort gezegd:
I. voor recht te verklaren dat aan de opzegging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen geen geldige dringende reden ten grondslag ligt;
II. Amstelring te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 198.173,59 bruto, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag;
III. Amstelring te veroordelen tot betaling van € 7.809,02 bruto aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 2 september 2022 tot de voldoening, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto-specificatie;
IV. te bepalen dat de transitievergoeding € 2.853,16 bruto bedraagt en Amstelring te veroordelen die te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. Amstelring te veroordelen binnen 24 uur na deze beschikking zowel binnen als buiten haar organisatie de door [verzoekster] opgestelde rectificatie per e-mail aan al het personeel van Amstelring en zorginstellingen in Groot Amsterdam te sturen, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Amstelring daarmee in gebreke blijft;
VI. Amstelring te veroordelen binnen 24 uur na deze beschikking een deugdelijke eindafrekening te verstrekken, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50%, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Amstelring daarmee in gebreke blijft;
VII. Amstelring te veroordelen in de proceskosten, alsmede een vergoeding voor advocaatkosten van € 6.600,00 exclusief 5% kantoorkosten en btw.
3. [verzoekster] legt zich neer bij beëindiging van het dienstverband per 2 september 2022. Echter moet wel vastgesteld worden dat het ontslag onterecht is gegeven. Er is geen sprake van een dringende reden. Dat [verzoekster] is gaan werken voor Amsta (deels tijdens ziekte) is weliswaar minder gelukkig, maar is onvoldoende ernstig om tot een dringende reden te komen. Het klopt dat [verzoekster] met [naam 4] heeft gesproken over een eventuele indiensttreding van hem bij Amsta, maar het is [naam 4] geweest die hiertoe het initiatief heeft genomen en niet [verzoekster] . Hier valt [verzoekster] dan ook geen enkel verwijt te maken. Verder is het niet zo dat [verzoekster] [naam 4] zou hebben gevraagd om afluisterapparatuur in de kamer van [naam 5] te plaatsen. De daarover door Amstelring in het geding gebrachte verklaringen zijn niet waar.
4. Samengevat heeft [verzoekster] Amstelring geen dringende reden gegeven om haar op staande voet te ontslaan.
5. Het ontslag is verder niet onverwijld gegeven. Amstelring wist (zo heeft zij zelf verklaard) al van de nevenwerkzaamheden op 26 juli 2022. Toch heeft zij [verzoekster] hier pas voor het eerst op 30 augustus 2022 mee geconfronteerd. In de tussentijd, van 28 juli tot 22 augustus 2022, is [verzoekster] met toestemming van Amstelring nog met vakantie gegaan. Het mag duidelijk zijn dat de periode tussen 26 juli en 2 september 2022 (de dag waarop het ontslag werd gegeven) te lang is om nog van onverwijldheid te kunnen spreken.
6. Uit het bovenstaande blijkt dat het ontslag op staande voet onterecht is gegeven en dat Amstelring ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Op die grond moeten de verzoeken van [verzoekster] worden toegewezen.
7. Ten aanzien van de gevraagde billijke vergoeding merkt [verzoekster] op dat zij steeds goed heeft gefunctioneerd, tot volle tevredenheid van Amstelring. [verzoekster] is door Amstelring onfatsoenlijk behandeld en Amstelring heeft niets gedaan met de misstanden die [verzoekster] aan de kaak heeft gesteld. De billijke vergoeding dient hoog genoeg te zijn om Amstelring te wijzen op de noodzaak haar gedrag in eventuele volgende gevallen aan te passen. Daarom moet [verzoekster] gecompenseerd worden voor de schade die zij lijdt tot en met 4 juli 2024. Verder is er sprake van aanzienlijke immateriële schade In totaal komt de vergoeding neer op € 198.173,59 bruto.
8. Amstelring moet verplicht worden een rectificatie te doen, zoals in het verzoekschrift omschreven. Het is immers Amstelring geweest die met haar mededelingen naar buiten toe onterecht de indruk heeft gewekt dat [verzoekster] ernstige feiten zou hebben begaan die het gegeven ontslag op staande voet zouden rechtvaardigen, aldus steeds [verzoekster] .
9. Amstelring verweert zich tegen het verzoek. Dit verweer zal, voor zover van belang, hierna worden besproken en beoordeeld.
10. Amstelring heeft een tegenverzoek ingediend. Daarin verzoekt zij primair een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven en [verzoekster] te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente. Subsidiair verzoekt Amstelring, kort gezegd, in het geval een billijke vergoeding wordt toegekend, deze op nihil te stellen dan wel deze in goede justitie te bepalen op een lager bedrag dan verzocht. Als Amstelring een rectificatie zou moeten versturen, verzoekt zij de door Amstelring voorgestelde tekst en geadresseerden aan te houden en aan de veroordeling geen dwangsom te verbinden. De verzoeken ten aanzien van de advocaat- en nakosten moeten worden afgewezen, en als wettelijke verhoging, rente en incassokosten worden toegewezen, moeten deze op nihil gesteld dan wel gematigd te worden. Subsidiair wordt tot slot verzocht de proceskosten te compenseren.
11. Amstelring stelt hierbij dat het ontslag terecht is gegeven. De vier gronden genoemd in de brief van 2 september 2022 (zie onder 1.22) vormen alle vier afzonderlijk, maar zeker in onderling verband bezien, een dringende reden. [verzoekster] heeft nota bene van medio juni 2022 tot 1 september 2022 verboden nevenwerkzaamheden verricht voor Amsta, terwijl zij vanaf 4 juli 2022 arbeidsongeschikt was. Zij erkent zelf dat zij de werkzaamheden voor Amsta als zzp-er deed gedurende 16 uur per week, tegen een tarief van € 85,- per uur. Deze verdiensten bedroegen daarmee meer dan € 5.500,- per maand, terwijl zij haar salaris bij Amstelring(ook tijdens de ziekte) volledig doorbetaald kreeg.
12. Dat [verzoekster] heeft geprobeerd [naam 4] over te halen om bij Amsta in dienst te treden is klip en klaar, op grond van de verklaring van [naam 4] en de tussen hen gewisselde Whatsappcorrespondentie. Het is wel degelijk [verzoekster] geweest die het initiatief heeft genomen, nu zij op 13 juli 2022 per Whatsapp heeft geschreven dat zij een klus voor hem had, zie onder 1.8.
13. Dat [verzoekster] [naam 4] heeft gevraagd afluisterapparatuur te plaatsen in de kamer van [naam 5] is ook bewezen. Niet alleen [naam 4] bevestigt dit maar ook een collega-zorgcoördinator.
14. Het ontslag op staande voet is wel onverwijld gegeven. [verzoekster] is direct nadat Amstelring hoorde over de nevenwerkzaamheden (26 juli 2022) opgeroepen voor een gesprek, maar daar heeft [verzoekster] geen gehoor aan gegeven. Amstelring moest vervolgens een lastige afweging maken tussen haar eigen belang om snel te handelen tegenover het belang van [verzoekster] om vakantie te genieten en de benodigde rust te nemen om van haar medische beperkingen te herstellen. Uitstel was hier de juiste, meest zorgvuldige en minst ingrijpende keuze, aldus steeds Amstelring.
15. [verzoekster] verweert zich tegen het tegenverzoek. Dit verweer zal, voor zover van belang, hierna worden besproken en beoordeeld.