Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2023 in de zaak tussen
[eiseres] uit Aalsmeer, eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer, verweerder,
Tupla Vastgoed B.V.uit Aalsmeer, vergunninghouder,
Inleiding
mr. P. van Lingen als waarnemer van mr. J.C. van Oosten.
Totstandkoming van het besluit
[adres 2] in Aalsmeer. De zoon van eiseres is molenaar en draait de molen sinds 1988. De molen is gebouwd in 1778. Door een brand zijn de wieken van de molen in 1919 verbrand. In 2001 zijn er weer wieken geplaatst en zijn de assen van de molen in originele staat hersteld. Vanaf 2001 is de molen een rijksmonument.
Op de gronden met de gebiedsaanduiding “ Vrijwaringszone -Molenbiotoop " mogen volgens de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd, mits de hoogte van die bouwwerken niet meer bedraagt dan 1/100 van de afstand tussen het bouwwerk en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek. Een visualisering van deze regel is gegeven in bijlage 2 van deze planregels.”
verwaarloosbareverslechtering van de windvang optreedt.
[naam 3] waarin wordt geconcludeerd dat er met het bouwplan
geen verslechteringoptreedt van de zichtlijnen en de windvang.
Beoordeling door de rechtbank
het zicht en/of de vrije windvang niet verder worden beperkt.” [3]
enigeffect zal hebben. De rechtbank is het met [deskundige] eens dat artikel 18.3.2 in dat geval zinledig zou zijn. De door [deskundige] gestelde verwaarloosbare verslechtering moet - zo begrijpt de rechtbank - worden geschaard onder het effect dat sowieso optreedt door het realiseren van een bouwwerk in de molenbiotoop. Naast het advies van [deskundige] heeft het college het rapport van [naam 3] bij het bestreden besluit betrokken. De rechtbank is van oordeel dat aan dit rapport een zwaarder gewicht mag worden toegekend vanwege het uitgebreide onderzoek dat daaraan ten grondslag ligt. De bevindingen in dit rapport zijn gebaseerd op waarnemingen ter plaatse op 10 augustus 2022 (bij de molen en de omgeving) en - in tegenstelling tot het advies van [deskundige] - op berekeningen. Het uitgebreide rapport bevat verder foto’s en kaarten van de situatie ter plaatse en de conclusies zijn goed te volgen en zorgvuldig onderbouwd. Dat het rapport onderdeel zou zijn van een truc, dan wel onzorgvuldig tot stand zou zijn gekomen, is door eiseres niet onderbouwd en de rechtbank evenmin gebleken. Door eiseres is ook geen contra-expertise overgelegd. Gelet op het voorgaande kon het college daarom concluderen dat er met de bouw van de opslaghal geen verslechtering optreedt van de windvang.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
11 juli 2023.