Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 augustus 2022, en de daarin genoemde processtukken;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 december 2022, en de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
De heer [eiser] verklaart in zijn aangifte dat hij tijdens het overbrengen in de politiebus, meerdere klappen op zijn hoofd heeft gekregen door jou en door jouw collega [naam 1] . Hij zou daarbij geboeid in de bus hebben gelegen. Wat is jouw reactie hierop?
3.Het geschil
4.De beoordeling
meerderevuistslag
enin zijn
gezichtheeft gegeven, na betwisting door de Politie onvoldoende heeft onderbouwd. Uit de verklaringen waarop [eiser] zich in dit verband beroept blijkt dat niet. In de onder 2.6 en 2.9 aangehaalde processen-verbaal wordt alleen gesproken over “klappen” en “klappen op zijn hoofd”. Ter zitting heeft [eiser] uitdrukkelijk verklaard dat hij alleen schadevergoeding vordert voor de klappen in zijn gezicht (en dus niet voor de klappen tegen zijn hoofd of zijn lichaam). Het bewijsaanbod van [eiser] heeft geen betrekking op de vraag of en zo ja hoe vaak hij in het gezicht is geslagen, maar alleen op onrechtmatigheid. Voor de stelling dat hij meerdere keren in zijn gezicht is geslagen heeft [eiser] dus niet voldaan aan zijn stelplicht, terwijl daar ook geen (aanvullend) bewijs voor is aangeboden.
Bij dit oordeel heeft de rechtbank meegewogen dat [eiser] zelf weliswaar lang heeft gewacht met het doen van aangifte tegen [naam 2] en [naam 1] , waardoor er veel tijd is verstreken tussen de aanhouding en de door [naam 2] afgelegde verklaringen. Daardoor was het mogelijk voor [naam 2] en [naam 1] moeilijker om een gedetailleerde verklaring af te leggen. Daar staat echter tegenover dat de Politie geen geweldsrapportage heeft kunnen overleggen van het door [naam 2] gebruikte geweld.
1.196,00(2,0 punten × tarief € 598,00)