Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- de dagvaarding van 16 december 2022, met producties, en het herstelexploot van 10 januari 2023 met oproeping tegen een nieuwe zittingsdatum,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 30 maart 2023, waarbij een bijeenkomst van partijen is bevolen,
- de akte overlegging producties 17 t/m 22 van MR,
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling op 31 mei 2023.
1.Waar gaat deze zaak over?
2.Feiten en omstandigheden
3.Vordering en verweer in conventie
4.Vordering en verweer in reconventie
5.Beoordeling
‘You started your sale 40%, I still dont mind receiving the collection, as I want to build up a reputation that I am selling MR, I will sell with loss this summer but will be able to promote MR this summer’. Ook hierop heeft MR niet gereageerd, dus is niet gebleken dat MR heeft ingestemd met een korting van 40%. Daarna heeft [gedaagde] de kleding wel gewoon in ontvangst genomen en geaccepteerd, zodat MR ervanuit mocht gaan dat [gedaagde] de kleding heeft geaccepteerd onder de eerder afgesproken prijs (de inkoopprijs zonder de gestelde korting van 40%).
Today I transfered 990.- euro to your account nr : first payment FW 2020 (rb, Fall Winter) (…)’. Dit was een reactie op een e-mail van de heer [naam] van 10 mei 2021, waarin hij als voorwaarde aan een nieuwe bestelling onder meer vroeg: “
we can go along with the shipment. Please made the payment with reference FW20 (…)”. Bij de stukken bevindt zich ook een afschrift van de betaalrekening van [gedaagde] , waarop te zien is dat zij op 12 mei 2021 een bedrag van € 990 heeft overgeboekt naar MR met als omschrijving ‘
First payment winter’. Hieruit volgt duidelijk dat partijen voor ogen hadden dat [gedaagde] een betaling deed voor de nog openstaande schuld voor de herfst- en wintercollectie van 2020. Dat MR vervolgens het bedrag in haar eigen systeem heeft afgeboekt op de factuur voor de zomerkleding van 2021 en niet op de wintercollectie van 2020, doet aan het voorgaande niets af.
2nd payment winter 2020’. Echter heeft zij op 16 juni 2021 een e-mail gestuurd aan de heer [naam] , waarin staat ‘
1.5 week ago I have paid 1200 euro. Nothing has been shipped! As agreed you can send now the second shipment worth this new amount of 1200.- euro’. [gedaagde] geeft hiermee aan dat zij € 1.200 heeft betaald voor de nieuwe zending van kleding (voor de zomercollectie van 2021) en zij vraagt waarom de kleding nog niet is verstuurd. De kantonrechter hecht in dit geval meer belang aan de eigen verklaring van [gedaagde] in haar e-mail van 16 juni 2021 boven de omschrijving op de overboeking, omdat deze e-mail van latere datum is dan de omschrijving. MR mocht er dan ook vanuit gaan dat [gedaagde] het geld overmaakte voor de zomercollectie van 2021. MR heeft het bedrag van € 1.200 terecht afgeboekt op de facturen voor de zomercollectie van 2021 en niet op de openstaande gevorderde facturen.
(…) Unfortunately it is a pity to know each other in this situation, but somehow we have to face it and find a solution.
in order to find a solution and proceed with this shipments of SS21 we can propose the following plan.
€ 792,00(= € 396 × 2)
€ 396,00(= € 396 × 1)