In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurster, aangeduid als [eiseres], en de Woonstichting Lieven De Key. De huurster, die sinds 2004 een sociale huurwoning huurt, heeft een verzoek ingediend om een jong stel, [naam 1] en [naam 2], in haar plaats als huurders te stellen en om met hen te ruilen van woning. De huurster heeft aangevoerd dat zij een zwaarwichtig belang heeft bij de woningruil, omdat zij door de drukte en het lawaai in de binnenstad van Amsterdam gezondheidsklachten ervaart, waaronder ademhalingsproblemen en slapeloosheid. De Woonstichting heeft het verzoek tot woningruil echter afgewezen, omdat zij geen zwaarwichtig belang bij de ruil zou zien en omdat de huurprijs na mutatie hoger zou worden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juni 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurster voldoende heeft aangetoond dat zij kampt met medische klachten die voor een groot deel toe te schrijven zijn aan haar woonomgeving. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de huurster door haar leeftijd en gezondheidssituatie een zwaarwichtig belang heeft bij de woningruil. De belangen van de Woonstichting zijn niet opgewogen tegen de belangen van de huurster, waardoor de vordering van de huurster is toegewezen.
De kantonrechter heeft de Woonstichting veroordeeld in de proceskosten van de huurster en heeft de machtiging verleend om [naam 1] en [naam 2] in haar plaats als huurders te stellen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de kosten zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 484,00, inclusief btw en wettelijke rente.