Op 27 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Münster in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1999, die niet ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen en op dat moment gedetineerd was in een Nederlandse penitentiaire inrichting. De officier van justitie, mr. C.L.E. Mcgivern, heeft op 8 juni 2023 een vordering ingediend tot behandeling van het EAB. Tijdens de zitting op 13 juli 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.L.J. Swart, die geen verweer heeft gevoerd. De officier van justitie concludeerde dat de overlevering toelaatbaar is.
Het EAB, dat op 21 april 2023 is uitgevaardigd, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon vanwege het vermoeden van strafbare feiten volgens Duits recht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn opgenomen in bijlage 1 van de Overleveringswet (OLW) en dat er een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar op staat. De rechtbank heeft ook de garantie beoordeeld die door de Hoofdofficier van justitie te Münster is gegeven, waarin wordt bevestigd dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan.
De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom staat de rechtbank de overlevering toe. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.