3.1Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Uit het EAB en de aanvullende informatie van 15 juni 2023 blijkt dat de voorwaardelijke straf die is opgelegd
by the judgment of the District Court for Poznań – Grunwald-Jeżyce in Poznań of 10 March 2015is omgezet in een onvoorwaardelijke straf, omdat de opgeëiste persoon in zijn proeftijd nieuwe strafbaar feiten heeft gepleegd. Dit zijn de feiten genoemd in EAB II.
Gelet op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 23 maart 2023 in de zaak LU (C514/21) en PH (C515/21), (ECLI:EU:C:2023:235), valt een veroordeling voor een triggerend strafbaar feit, dat wil zeggen een veroordeling die de reden vormt voor de beslissing tot de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf, onder de reikwijdte van artikel 4 bis Kaderbesluit 2002/584/JBZ, voor zover deze veroordeling bij verstek is gewezen.
Het proces dat heeft geleid tot de uitspraak waarbij de opgeëiste persoon is veroordeeld voor die nieuwe triggerende strafbare feiten moet dus op grond van voormeld arrest van het HvJ EU ook getoetst worden aan artikel 12 OLW. In dit geval gaat het dus niet om het vonnis van 10 maart 2015, maar om de ook in EAB II genoemde procedure met nummers
VIII K 761/17; XVII Ka 1523/17.
Vonnis met nummer VIII K 141/08
De rechtbank stelt vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met d, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
Gelet daarop kan de overlevering ex artikel 12 OLW worden geweigerd.
De rechtbank ziet echter aanleiding om af te zien van haar bevoegdheid om de overlevering te weigeren. Zij acht daarbij het volgende van belang.
Uit het EAB en de aanvullende informatie van 15 juni 2023, 19 juni 2023 en 23 juni 2023 volgt dat de opgeëiste persoon bij zijn eerste verhoor op 20 juni 2006 een adres heeft opgegeven. Hij is toen gewezen op de verplichting om iedere adreswijziging door te geven en de gevolgen indien hij dit niet zou doen. De oproep voor de zitting is naar het door de opgeëiste persoon opgegeven adres gestuurd.
Naar het oordeel van de rechtbank maken deze omstandigheden dat het toestaan van de overlevering geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon oplevert. De opgeëiste persoon was klaarblijkelijk op de hoogte van het strafproces en, zo hij al niet uit eigen beweging stilzwijgend afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon te verschijnen bij het proces, is hij op zijn minst kennelijk onzorgvuldig geweest met betrekking tot zijn bereikbaarheid voor officiële correspondentie.
Het proces van de triggerende feiten met nummers VIII K 761/17; XVII Ka 1523/17
Als een strafprocedure meer instanties heeft omvat en tot opeenvolgende beslissingen heeft geleid, dan is de laatste van die beslissingen relevant voor de beoordeling of is voldaan aan de vereisten van artikel 4 bis, eerste lid, Kaderbesluit 2002/584/JBZ en artikel 12 OLW, voor zover bij die laatste beslissing definitief uitspraak is gedaan over de schuld van de betrokkene en aan hem een straf is opgelegd, nadat de zaak in feite en in rechte ten gronde is behandeld.
Uit het EAB blijkt niet eenduidig of de zaak ook in hoger beroep ten gronde is behandeld. De rechtbank zal daarom zekerheidshalve zowel het proces in eerste aanleg als in hoger beroep toetsen aan artikel 12 OLW.
De rechtbank stelt vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis en arrest terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het processen dat tot die beslissing heeft geleid, en dat - kort gezegd - zich een omstandigheid als in artikel 12, sub b, OLW heeft voorgedaan voor het proces in eerste aanleg en zich een omstandigheid als in artikel 12, sub a, OLW heeft voorgedaan voor het proces in hoger beroep. De opgeëiste persoon was op de hoogte van de voorgenomen processen en had een gemachtigd advocaat die hem heeft verdedigd in eerste aanleg. Voor het proces in hoger beroep is de opgeëiste persoon in persoon gedagvaard op 28 december 2017.