ECLI:NL:RBAMS:2023:4559
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vervolging wegens tijdsverloop en uitkomst medeverdachten
Op 5 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die niet ter terechtzitting verscheen. De officier van justitie, mr. M.R.F. van Raab van Canstein, had gevorderd om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte. Dit verzoek was gebaseerd op de uitkomst van de zaken van medeverdachten, waarbij vrijspraak in eerste aanleg en niet-ontvankelijkheid in hoger beroep aan de orde waren, alsook het tijdsverloop van de zaak. De rechtbank heeft deze argumenten overwogen en is tot de conclusie gekomen dat het strafvorderlijk belang bij verdere vervolging ontbreekt. Daarom heeft de rechtbank, in lijn met de vordering van de officier van justitie, de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. Het vonnis is bij verstek gewezen, aangezien de verdachte en zijn raadsman niet aanwezig waren op de zitting.