ECLI:NL:RBAMS:2023:4558

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
13-308608-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overlijden verdachte

Op 5 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 27 mei 2023 is overleden. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.R.F. van Raab van Canstein, en de verdediging door raadsman mr. M. Rafik. De tenlastelegging omvatte meerdere ernstige misdrijven, waaronder brandstichting, bedreiging en vernieling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recht tot strafvervolging vervalt door de dood van de verdachte, zoals bepaald in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor heeft de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. Tevens is het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Deze beslissing is genomen in het belang van de rechtsgang en de waarborging van de rechtsbescherming van de verdachte, die niet meer in staat is om zich te verdedigen. Het vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 juli 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-308608-22
Datum uitspraak: 5 juli 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de zaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
wonende op het adres [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 juli 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.R.F. van Raab van Canstein en van wat de raadsman van verdachte, mr. M. Rafik, naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 24 november 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met (een of meerdere fles(sen) met daarin) terpentine en/of vuurwerk, althans met een brandbare stof, en/of (een of meerdere fles(sen) met daarin) die terpentine en/of vuurwerk door een kapotgeslagen raam van een voertuig (merk BMW X5 voorzien van kenteken [kenteken 1] ) in dat voertuig heeft gegooid en/of gegoten, waarbij het vuurwerk middels tape was bevestigd aan voornoemde fles(sen) (met daarin die terpetine), ten gevolge waarvan voernoemd voertuig geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand(haarden) en/of (hevige) rookontwikkeling is/zijn ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor omliggende voertuig(en) en/of woning(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor een of meerdere in die voertuig(en) en/of woning(en) aanwezige perso(o)n(en) en/of een of meerdere omwonende(n), in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meerdere in die voertuig(en) en/of woning(en) aanwezige perso(o)n(en) en/of een of meerdere omwonende(n), in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
2.
hij op of omstreeks 24 november 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland [persoon 1] en/of [persoon 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [persoon 1] en/of [persoon 2] dreigend de woorden toe te voegen "ik ga jullie dood maken" en/of "Ik ga mijn AK pakken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 24 november 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een voertuig voorzien van kenteken [kenteken 2] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [leasebedrijf] en/of [persoon 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
hij op of omstreeks 13 november 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een raam/ruit van rijschool [naam rijschool 1] (gevestigd op de [adres 2] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan rijschool [naam rijschool 1] en/of [persoon 4] en/of een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
5.
hij op of omstreeks 9 november 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk de beschermhoes van een motorfiets voorzien van kenteken [kenteken 3] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
6.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2019 tot en met 31 december 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een buitengevel en/of een raam en/of een of meerdere reclamebord(en) van [naam rijschool 2] (gevestigd op de [adres 2] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan rijschool [naam rijschool 2] en/of [persoon 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Uit een e-mail van de officier van justitie van 16 juni 2023 en een akte van overlijden van 30 mei 2023 blijkt dat verdachte op 27 mei 2023 is overleden.
De rechtbank overweegt dat op grond van het bepaalde in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, het recht tot strafvervolging vervalt door de dood van de verdachte. Het Openbaar Ministerie moet dan ook – overeenkomstig de vordering van de officier van justitie – niet-ontvankelijk in de vervolging worden verklaard.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond hiervan tot de volgende beslissing.
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.J. Bos, voorzitter,
mrs. N.J. Koene en J.M.R. Vastenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C. Wolswinkel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 juli 2023.