ECLI:NL:RBAMS:2023:45
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming na ontbinding van een overeenkomst en de gevolgen daarvan
In deze zaak vordert de vennootschap onder firma V.O.F. Sepja (hierna: Sepja) betaling van een openstaand bedrag van € 13.074,05 van de besloten vennootschap NVF Production B.V. (hierna: NVF). De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor de ontwikkeling van een tofumachine, die door Sepja zou worden uitgevoerd. NVF heeft een aanbetaling van € 30.000,00 gedaan, maar heeft de facturen van Sepja niet betaald. Sepja heeft de overeenkomst op 16 augustus 2021 ontbonden en stelt dat NVF alsnog moet betalen voor de geleverde prestaties en materialen. NVF betwist de vordering en stelt dat de gefactureerde werkzaamheden niet zijn uitgevoerd of niet zijn overeengekomen. De kantonrechter oordeelt dat Sepja onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de geleverde prestaties en dat de vorderingen van Sepja worden afgewezen. De kantonrechter wijst ook de proceskosten toe aan NVF, aangezien Sepja in het ongelijk is gesteld.