ECLI:NL:RBAMS:2023:4469

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
C/13/725362 / FA RK 22-7133
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in echtscheidingsprocedure met betrekking tot de waarde van eenmanszaak en aandelen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 10 juli 2023 een tussenbeschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.F. Wolters, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Bouwmeester, zijn verwikkeld in een geschil over de benoeming van een deskundige voor de waardering van de eenmanszaak en de aandelen van de man. De rechtbank had eerder op 23 mei 2023 aangegeven voornemens te zijn drs. B. Berlemon van De Hooge Waerder als deskundige te benoemen. De man heeft bezwaar gemaakt tegen deze benoeming, onder andere vanwege de kosten en zijn financiële situatie, en heeft zelf een andere deskundige voorgesteld. De vrouw heeft echter aangegeven geen vertrouwen te hebben in de door de man voorgestelde deskundige.

De rechtbank heeft in deze beschikking de knoop doorgehakt en besloten om drs. B. Berlemon als deskundige aan te stellen. De rechtbank heeft overwogen dat er geen onderbouwing is voor de stelling van de man dat de kosten van de voorgestelde deskundige niet marktconform zijn. De rechtbank heeft bepaald dat de man het voorschot van € 8.500,-- exclusief BTW voor de deskundige moet betalen, aangezien hij over liquide middelen beschikt. De beslissing over de verrekening van het voorschot is aangehouden tot de uiteindelijke verdeling van de ondernemingen van de man. De rechtbank heeft ook de verplichtingen van beide partijen ten aanzien van de medewerking aan het onderzoek door de deskundige uiteengezet.

De verdere procedure is gepland voor 23 oktober 2023, in afwachting van het deskundigenbericht. De beschikking is openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen de gestelde termijnen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugdzaken
locatie Amsterdam
zaaknummer / rekestnummer: C/13/725362 / FA RK 22-7133 (verdeling)
Beschikking d.d. 10 juli 2023 betreffende benoeming deskundige
in de zaak van:
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. E.F. Wolters, gevestigd te Alkmaar,
tegen
[de man] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. A. Bouwmeester, gevestigd te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 23 mei 2023 van deze rechtbank;
- het F9-formulier van 12 juni 2023 met bijlagen van de man;
- het F9-formulier van 12 juni 2023 met bijlage van de vrouw.
1.2.
Bij beschikking van 23 mei 2023 van deze rechtbank heeft de rechtbank laten weten voornemens te zijn drs. B. Berlemon van de Hooge Waerder te Amsterdam als deskundige te benoemen om de waarde van de eenmanszaak en de waarde van de aandelen van de onderneming van de man te taxeren en alvorens daartoe over te gaan, partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over:
- de voorgestelde deskundige;
- de aan de deskundige te stellen vragen;
- de kosten van de deskundige.
Vervolgens is iedere verdere beslissing ten aanzien van de ondernemingen van de man, waaronder de zakelijke schulden, aangehouden.
1.3.
Partijen hebben de rechtbank daarna bericht. De vrouw heeft daarbij verzocht de door de man ingediende aanvullende stukken buiten beschouwing te laten, nu de indiening daarvan in strijd is met de goede procesorde. Zij stelt dat de rechtbank partijen uitsluitend verzocht heeft om een reactie op de door de rechtbank gestelde vragen, zonder daarbij alsnog een inhoudelijke discussie te voeren.
De rechtbank beslist dat de door de man ingediende reactie, inclusief de daarbij overgelegde stukken, deel zal uitmaken van het procesdossier, nu de door de man overgelegde stukken dienen ter onderbouwing van zijn standpunt. Bovendien is de goede procesorde niet geschaad nu de vrouw hierop heeft gereageerd.
Reactie man
1.4.
De man heeft gesteld niet in te kunnen stemmen met de door de rechtbank voorgestelde deskundige, met name vanwege diens kosten. De man stelt dat sprake is van een enorme schuldenlast en dat hij niet in staat is de kosten te voldoen. De betaling van het voorschot zou al tot een faillissement kunnen leiden, aldus de man. De man stelt zelf voor mr. O.A.G. Rosenberg werkzaam bij Kaiser, De Vries, Rosenberg B.V. te Amersfoort, als deskundige te benoemen, nu dit kantoor al jarenlang de administratie voor partijen verzorgt zodat zij al op de hoogte zijn van de financiële situatie, hetgeen een goedkoper alternatief is.
De man verzoekt voorts, als hij het voorschot van de deskundige moet voorschieten, een verklaring voor recht dat dat hij zijn vordering op de vrouw in dit kader mag verrekenen met de door de man aan de vrouw te betalen uitkoopsom in geval van toedeling van het registergoed aan de man, dan wel dat hij zijn vordering op de vrouw mag verhalen op de aan de vrouw toekomende helft van de netto-verkoopopbrengst van het registergoed in geval van verkoop en levering daarvan aan een derde.
Reactie vrouw
1.5.
De vrouw kan instemmen met de door de rechtbank genoemde deskundige, de te stellen vragen aan de deskundige, alsmede diens kosten.
Zij stelt pertinent niet akkoord te kunnen gaan met de door de man voorgestelde deskundige van het kantoor Kaiser, De Vries, Rosenberg B.V., nu zij hierin geen vertrouwen heeft. Zij is van mening dat een deskundige van dit kantoor niet onafhankelijk is. Zij stelt bovendien dat de man niet eerder bezwaren heeft geuit tegen het door haar genoemde kantoor De Hooge Waerder en dat zij van mening is dat de man het voorschot van de deskundige kan dragen nu er aanzienlijke contanten om gaan in de onderneming en er nog een aanzienlijk bedrag aanwezig is, c.q. zou moeten zijn op de gezamenlijke rekening van partijen, welke in beheer is bij de man.
De vrouw laat tot slot weten dat zij niet kan instemmen met de door de man voorgestelde verrekening van de vordering van de man op de vrouw in het kader van het voorschot van de deskundige. Subsidiair stelt zij, dat als de rechtbank bepaalt dat de kosten mogen worden verrekend, de man zijn vordering kan verhalen op de helft van het banksaldo van de gezamenlijke en/of rekening, een en ander na inschrijving van de echtscheiding.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank verwijst naar en neemt over hetgeen is opgenomen in haar beschikking van 23 mei 2023. In aanvulling daarop overweegt de rechtbank het volgende.
De deskundige
2.2.
Duidelijk is dat partijen het niet eens worden over een aan te stellen deskundige. De vrouw stemt immers niet in met de door de man genoemde optie, nu zij geen vertrouwen heeft in diens onpartijdigheid. De rechtbank zal daarin dan ook de knoop doorhakken.
In hetgeen door de man is aangevoerd ziet de rechtbank geen reden om af te wijken van het voornemen om de heer B. Berlemon als deskundige aan te stellen. Daarbij overweegt de rechtbank met name dat niet is gesteld noch onderbouwd dat de kosten voor deze deskundige niet marktconform zijn, terwijl de vrouw terecht bezwaren maakt tegen benoeming van de vaste administrateur van de man in verband met zijn onafhankelijkheid.
2.3.
Daarom zal de rechtbank Drs.B. Berlemon, van het kantoor De Hooge Waerder ( [adres] ) benoemen tot deskundige die partijen en de rechtbank gemotiveerd zal adviseren over de waarde van de hierna te noemen eenmanszaak en aandelen van de man.
2.4.
Bij beschikking van 23 mei 2023 heeft de rechtbank reeds bepaald dat de man de kosten voor de deskundige, te weten het voorschot, dient voor te schieten nu hij over liquide middelen beschikt en de vrouw (nog) niet en dat bij de daadwerkelijke verdeling genoemde kosten gelijkelijk zullen worden gedragen. De rechtbank zal de beslissing over de verrekening van het voorschot dan ook aanhouden totdat beslist wordt ten aanzien van de verdeling van de ondernemingen van de man, waaronder de zakelijke schulden.
2.5.
Genoemde deskundige hanteert een voorschot van € 8.500,-- exclusief BTW. Het voorschot dient uiterlijk veertien dagen na dagtekening van de nota van het LDCR (Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak) door de man betaald te zijn. Het onderzoek zal niet eerder plaatsvinden dan na ontvangst van het voorschot. In het geval één van partijen niet aan deze opdracht voldoet zal de rechtbank een beslissing nemen die zij geraden acht.
2.6.
Beide partijen hebben geen bezwaar tegen de door de rechtbank geformuleerde vragen. Aan de deskundige zullen dan ook de vragen worden voorgelegd zoals hierna vermeld in de beslissing.
2.7.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing is omschreven. Wordt aan één van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.8.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient die partij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.9.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beveelt een onderzoek door de deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Wat is de waarde in het economisch verkeer van de activa en passiva van de eenmanszaak per 31 december 2022?
Wat is de waarde van de eventuele goodwill van de eenmanszaak per 31 december 2022?
Welke waarderingsmethode van de aandelen is de meest reële waarderingsmethode in dit geval, mede in aanmerking genomen de branche waarin de vennootschap werkzaam is en de omstandigheid dat de aandelen worden gewaardeerd in het kader van de afwikkeling van het huwelijksvermogen van de man en de vrouw?
Wat is, uitgaande van de meest reële waarderingsmethode, volgens u de waarde van de aandelen van de holding [naam holding] in het economisch verkeer per 31 december 2022?
Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak c.q. de beoordeling daarvan?
3.2.
benoemt tot deskundige:
Drs. B. Berlemon,
De Hooge Waerder,
[adres]
telefoonnummer: [telefoonnummer]
e-mailadres: [e-mailadres]
het voorschot
3.3.
bepaalt dat de man een voorschot terzake van de kosten van de deskundige zal deponeren,
3.4.
bepaalt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 8.500,-- exclusief BTW,
3.5.
bepaalt dat de man het voorschot binnen veertien dagen na ontvangst van de nota van het Landelijk Dienstencentrum van de Rechtspraak (LDCR) over dient te maken onder vermelding van “voorschot deskundigenonderzoek” en het zaak-/rekestnummer C/13/725362 / FA RK 22-7133,
3.6.
bepaalt dat na ontvangst van deze bedragen de griffier de deskundige zal berichten dat deze met het onderzoek kan aanvangen,
het onderzoek
3.7.
bepaalt dat partijen hun procesdossier in afschrift aan de deskundige dienen te doen toekomen,
3.8.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen en dat dit zal plaatsvinden op een door de deskundige, in overleg met partijen, te bepalen tijdstip en plaats,
3.9.
wijst de deskundige er op dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.10.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken, indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven voor het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.11.
bepaalt dat de deskundige tijdig, binnen de hierna te noemen termijnen, een concept-rapport opstelt en aan partijen toezendt;
3.12.
bepaalt dat partijen binnen twee weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
3.13.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na ontvangst van het voorschot het schriftelijk rapport in drievoud ter griffie van deze rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.14.
wijst de deskundige er op dat uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
de verdere procedure
3.15.
bepaalt dat de behandeling van de zaak
pro formawordt voorgezet op 23 oktober 2023, in afwachting van de ontvangst van het deskundigenbericht,
3.16.
verklaart de beschikking over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.17.
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van de ondernemingen van de man, waaronder de zakelijke schulden en ten aanzien van de verrekening van het door de man te betalen voorschot aan de deskundige, aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. V. Zuiderbaan, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.W.K. Bosman op 10 juli 2023.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden en overeenkomstig artikel 820 lid 2 Rv openlijk bekend is gemaakt.