Op 28 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) van een veroordeelde. De veroordeelde, die sinds 12 juli 2021 een gevangenisstraf van 730 dagen ondergaat, is op 14 juni 2022 voorwaardelijk in vrijheid gesteld. De proeftijd van de v.i. zou oorspronkelijk eindigen op 12 juli 2023. De officier van justitie heeft een vordering ingediend om deze proeftijd met 180 dagen te verlengen, omdat de veroordeelde nog niet in staat is om zijn schuldenproblematiek aan te pakken en geen stabiele huisvesting heeft gevonden. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, de verklaringen van de veroordeelde en zijn raadsvrouw, en het advies van de reclassering. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de proeftijd noodzakelijk is om het recidiverisico te beperken en de veroordeelde de kans te geven om zijn situatie te stabiliseren. De rechtbank heeft besloten de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en de proeftijd met 180 dagen te verlengen, zodat de veroordeelde kan blijven werken aan zijn schulden en huisvesting.