ECLI:NL:RBAMS:2023:4419

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
13/028890-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in het Europees aanhoudingsbevel wegens overlijden van de opgeëiste persoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 juni 2023 uitspraak gedaan in een vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de District Court in Krakow. De zaak betreft een opgeëiste persoon, geboren in Polen, die op 14 februari 2023 is overleden. De behandeling van het EAB vond aanvankelijk plaats op 29 mei 2018, waarbij de rechtbank de zaak aanhield in afwachting van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Op de zitting van 22 juni 2023 werd het onderzoek hervat, waarbij de rechtbank de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigde en vaststelde dat hij de Poolse nationaliteit had.

De officier van justitie heeft gevorderd om niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, gezien het overlijden van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft dit standpunt overgenomen en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering. Tevens werd de geschorste overleveringsdetentie beëindigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/028890-23 (was parketnr. 13/751570-17)
Datum uitspraak: 22 juni 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 23 augustus 2017 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 9 maart 2017 door de
District Court in Krakow,
Third Criminal Divison(Polen; hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1985,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[BRP-adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 29 mei 2018 in aanwezigheid van mr. J.J.M. Asbroek, officier van justitie. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Kocabas, advocaat te Zoetermeer, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft op deze zitting de behandeling van het EAB aangehouden voor onbepaalde tijd in afwachting van de beantwoording van de prejudiciële vragen in de zaak
Poplawskidoor het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De rechtbank heeft het onderzoek op 22 juni 2023 hervat. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van mr. N.R. Bakkenes, officier van justitie, en de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. T. Kocabas.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit had.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Uit een zich in het dossier bevindende Informatiestaat SKDB blijkt dat de opgeëiste persoon op 14 februari 2023 is overleden. De officier van justitie heeft om die reden gevorderd dat zij niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
De rechtbank verenigt zich met dit standpunt en zal de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

4.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie
NIET-ONTVANKELIJKin haar vordering van
23 augustus 2017 tot het in behandeling nemen van het EAB dat op 9 maart 2017 is uitgevaardigd door de
District Court in Krakow,
Third Criminal Divison(Polen).
VERSTAATdat de - geschorste - overleveringsdetentie beëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J. Scheijde voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en D. Hein, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. F.A. Potters en I. van Heusden griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 22 juni 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.