Op 21 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Augsburg in Duitsland. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat is uitgevaardigd op 2 februari 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Frankrijk in 1982, heeft de Kroatische nationaliteit en is in Nederland ingeschreven. Tijdens de zitting op 7 juni 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. J.O.A.N. de Vries, en een tolk in de Kroatische taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet kan worden gelijkgesteld met een Nederlander, ondanks het standpunt van haar raadsvrouw dat zij rechtmatig verblijf heeft in Nederland. De rechtbank oordeelt dat de opgeëiste persoon niet heeft aangetoond dat zij gedurende vijf jaar ononderbroken rechtmatig verblijf in Nederland heeft gehad, wat een vereiste is voor gelijkstelling met een Nederlander volgens artikel 6a van de Overleveringswet. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er geen weigeringsgronden zijn.
De rechtbank heeft de relevante wetsbepalingen, waaronder artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2, 5 en 7 van de Overleveringswet, in acht genomen. De beslissing om de overlevering toe te staan is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.