ECLI:NL:RBAMS:2023:4409

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
13/078157-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Nürnberg in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Suriname, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland gedetineerd is. De rechtbank heeft op 25 mei 2023 de behandeling van het EAB gehouden, waarbij de opgeëiste persoon niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsvrouw, mr. L.M.E. Kleczewski. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Surinaamse nationaliteit heeft.

De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak over de overlevering met 30 dagen verlengd. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon verdacht wordt van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, een feit dat onder de Overleveringswet valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. Daarom heeft de rechtbank besloten om de overlevering toe te staan.

De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Scheijde als voorzitter, bijgestaan door mrs. A.K. Glerum en B.M. Vroom-Cramer. De griffier, mr. A.M. Rus, was ook aanwezig. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29 van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/078157-23
Datum uitspraak: 8 juni 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 21 maart 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 19 maart 2023 door het
Amtsgericht Nürnberg (kantonrechtbank)te Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 2002,
zonder vaste woon of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [detentieplaats] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 25 mei 2023, in aanwezigheid van mr. C.L.E. McGivern, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen en vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. L.M.E. Kleczewski, advocaat in Venlo, die gemachtigd is namens hem het woord te voeren. De opgeëiste persoon heeft op 12 mei 2023 afstand gedaan van zijn recht ter terechtzitting aanwezig te zijn.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Surinaamse nationaliteit heeft.

3.Referte

De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een arrestatiebevel van het
Amtsgericht Nürnberg (kantonrechtbank; Duitsland)van 19 maart 2023 (referentie: 57 Gs 1/23).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 5, te weten:
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 van de Overleveringswet.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Nürnberg (kantonrechtbank; Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J. Scheijde, voorzitter,
mrs. A.K. Glerum en B.M. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. Rus, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 8 juni 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.