Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Nürnberg in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1997, die in Duitsland wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De officier van justitie diende op 21 maart 2023 een vordering in tot behandeling van het EAB, waarna de zitting plaatsvond op 25 mei 2023. De opgeëiste persoon was niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. L.M.E. Kleczewski. Tijdens de zitting heeft de opgeëiste persoon afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Congolese nationaliteit heeft. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met 30 dagen verlengd, maar heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Scheijde als voorzitter, bijgestaan door mrs. A.K. Glerum en B.M. Vroom-Cramer, en is openbaar uitgesproken op 8 juni 2023. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.