ECLI:NL:RBAMS:2023:4405

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
13/058635-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met waarborg voor terugkeer naar Nederland

Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Hannover Local Court in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1984, die wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 25 mei 2023 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. C.L.E. McGivern, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. F.P. Slewe.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit, wat betekent dat zijn overlevering kan worden toegestaan, mits er een garantie is dat hij in Nederland zijn straf kan ondergaan. De Staatsanwaltschaft Hannover heeft een garantie gegeven dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland zal ondergaan.

De rechtbank heeft het verweer van de raadsman verworpen, die stelde dat de garantie niet voldoende was. De rechtbank oordeelde dat de garantie volstaat voor de feiten zoals omschreven in het EAB. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, omdat er geen belemmeringen waren en de voorwaarden van de OLW zijn nageleefd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/058635-23
Datum uitspraak: 8 juni 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 6 april 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 8 september 2022 door
the Hannover Local Court(Duitsland) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 25 mei 2023, in aanwezigheid van mr. C.L.E. McGivern, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman mr. F.P. Slewe, advocaat in Schiphol/Amsterdam.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een arrestatiebevel (
Remand detention arrest warrant) van
the Hannover Local Courtvan 5 mei 2022 (referentienummer 277 Gs 9/22).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Duits recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 5, te weten:
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, hij deze straf in Nederland mag ondergaan.
De Staatsanwaltschaft Hannover heeft bij brief van 27 april 2023 de volgende garantie gegeven:
in response to your above-mentioned email, the Hanover Public Prosecutor's Office guarantees, in accordance with Article 5 of the Council of 13 June 2002 on the European arrest warrant and the surrender procedures between Member States, the surrender of [opgeëiste persoon] , born on [geboortedag] 1985 to the Netherlands for execution of sentence, should [opgeëiste persoon] be sentenced to an unconditional custodial sentence for the offence which is the subject of the European arrest warrant of the Hanover Local Court before you.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een onvoorwaardelijke terugkeergarantie, nu de gegeven garantie niet genoegzaam is. De terugkeergarantie geldt slechts in het geval de opgeëiste persoon wordt veroordeeld voor één of meer feiten die onderwerp zijn van het EAB. In het geval hij in Duitsland andere feiten - die niet in het EAB vermeld worden - tegengeworpen zou krijgen en hij dan zou besluiten afstand te doen van het specialiteitsbeginsel, geldt de terugkeergarantie bij een veroordeling voor die feiten niet.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het verweer niet slaagt. De terugkeergarantie ziet op de feiten zoals omschreven in het EAB en volstaat. De overlevering wordt namelijk alleen toegestaan voor de feiten in het EAB. De rechtbank merkt ten overvloede op dat indien de Duitse autoriteiten de opgeëiste persoon voor andere feiten zou wensen te vervolgen dan de feiten van dit EAB, er (indien de opgeëiste persoon niet nadrukkelijk afstand doet van het specialiteitsbeginsel) aanvullende toestemming aan de rechtbank gevraagd zal moeten worden. In dat kader zal dan een aanvullende terugkeergarantie aan de orde kunnen komen. Het is aan de opgeëiste persoon om, bij een eventuele beslissing over afstand van het specialiteitsbeginsel ter zake van eventuele andere feiten, de gevolgen van een dergelijke beslissing te betrekken. Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer. De garantie is voldoende.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 van de Overleveringswet.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Hannover Local Court(Duitsland) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J. Scheijde, voorzitter,
mrs. O.P.M. Fruytier en B.M. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. Rus, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 8 juni 2023.
De oudste rechter is buiten staat mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.