In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1990, heeft de rechtbank Amsterdam op 7 juli 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft de tenlastelegging van diefstal met geweld in vereniging en heling. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 23 juni 2023, waarbij de officier van justitie, mr. S.M. van der Veen, en de raadsman van de verdachte, mr. V. Poelmeijer, hun standpunten hebben gepresenteerd. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door mr. J. Verschoor, heeft ook zijn standpunt naar voren gebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 7 februari 2023 betrokken zou zijn geweest bij een gewelddadige diefstal van goederen van de benadeelde partij in Amsterdam. De officier van justitie heeft echter geconcludeerd dat de verdachte van feit 1 moet worden vrijgesproken, omdat de verklaring van de verdachte over het afgeven van zijn autosleutels betrouwbaar lijkt. De rechtbank heeft ook de verklaringen van de getuigen in overweging genomen, die bevestigen dat de verdachte niet betrokken was bij de diefstal.
Wat betreft feit 2, de opzet-/schuldheling van een statief, heeft de raadsman betoogd dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte wist of moest weten dat het statief gestolen was. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de diefstal met geweld en spreekt hem vrij van beide feiten. De vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van het feit is vrijgesproken. De rechtbank heeft ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.