ECLI:NL:RBAMS:2023:4368

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
AMS 23/3690
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake evenementenvergunning Pride Amsterdam

Op 12 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Pride Amsterdam en de burgemeester van Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van de burgemeester, waarbij een evenementenvergunning voor het evenement 'Queer & Pride Amsterdam' was verleend. De burgemeester had bepaald dat het pleinfeest op het Amstelveld op 4 en 5 augustus 2023 om 20:00 uur moest eindigen. Verzoekster, Stichting Pride Amsterdam, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de eindtijd op 00:00 uur zou worden vastgesteld.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 3 juli 2023. In zijn overwegingen heeft de rechter vastgesteld dat de burgemeester een belangenafweging heeft gemaakt, waarbij hij de viering van mensenrechten en de hinder voor de buurt in overweging heeft genomen. De rechter oordeelde echter dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de eindtijd van 20:00 uur in afwijking van het geldende Geluidbeleid is vastgesteld. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bezwaar van verzoekster een redelijke kans van slagen heeft en heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen. De eindtijd van het pleinfeest op het Amstelveld is vastgesteld op 00:00 uur, en de burgemeester is veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en proceskosten aan verzoekster.

Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging door de burgemeester bij het verlenen van evenementenvergunningen, en de noodzaak om besluiten goed te onderbouwen, vooral wanneer deze afwijken van bestaand beleid.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 23/3690

uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 juli 2023 in de zaak tussen

Stichting Pride Amsterdam, verzoekster

(gemachtigde: mr. M.L. Diepenhorst),
en

de burgemeester van Amsterdam, verweerder

hierna: de burgemeester
(gemachtigden: mr. M. Kappelhof en mr. R. Nomden).

Procesverloop

Met een besluit van 16 juni 2023 heeft de burgemeester aan verzoekster een evenementenvergunning verleend voor ‘Queer & Pride Amsterdam’ (hierna: Pride) op diverse locaties in Amsterdam (het bestreden besluit). Daarbij is op 4 en 5 augustus 2023 de eindtijd van het pleinfeest op het Amstelveld bepaald op 20:00 uur.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft daarnaast de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat de eindtijd van het pleinfeest op het Amstelveld wordt bepaald op 00:00 uur.
De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op de zitting van 3 juli 2023. Hieraan hebben deelgenomen: [naam] namens verzoekster, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigden van de burgemeester.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of hij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen.
Standpunt verzoekster
2. Verzoekster voert aan dat de vergunde eindtijd van 20:00 uur in strijd is met het geldende beleid en dat de reden voor die eindtijd, te weten dat het evenement al jaren “forse overlast voor de buurt” veroorzaakt, niet is gemotiveerd. Dit is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, mede gelet op de positieve evaluaties van eerdere edities, het probleemloos verloop van de editie 2022 en het afgelasten van de edities 2020 en 2021 vanwege het coronavirus. De eindtijd van 20:00 uur is ook in strijd met het verbod op willekeur, omdat voor de overige straat- en pleinfeesten tijdens Pride 00:00 uur als eindtijd is vergund. Ook zijn de belangen van verzoekster niet in de besluitvorming betrokken. Er is niets gedaan met de steunverklaringen van de ondernemers van het Amstelveld, de ondernemers van de Utrechtsestraat, de Evenementen Vereniging Amsterdam, de organisatoren van de andere straat- en pleinfeesten en van 100 direct omwonenden. Evenmin is meegewogen dat het pleinfeest Amstelveld financieel risicovol is. Het evenement is gratis toegankelijk, wordt niet gesubsidieerd en vergt flinke investeringen. De inkomsten komen uit drankverkoop (80%), catering (7%), toiletgelden (8%) en sponsoring (5%). Om 20:00 uur stoppen betekent dat de niet-variabele kosten niet kunnen worden terugverdiend en dat het evenement geen doorgang zal kunnen vinden, aldus verzoekster.

Beoordeling van het verzoek

3.1.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de bevoegdheid van de burgemeester tot verlening van een evenementenvergunning een discretionaire bevoegdheid is, waarbij een ruime mate van beleidsruimte bestaat. Dit is vaste rechtspraak. [1] De rechter moet de invulling van die beleidsruimte terughoudend toetsen.
3.2.
Die beleidsruimte is onder meer vorm gegeven in het ‘Geluidbeleid voor evenementen in Amsterdam’ (hierna: het Geluidbeleid) en in de ‘Locatieprofielen voor Evenementenlocaties 2021’. Volgens het locatieprofiel voor het Amstelveld mag op deze locatie tijdens Pride één meerdaags evenement (van maximaal twee dagen) plaatsvinden.
4.1.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester een belangenafweging heeft gemaakt, die erop neer komt dat Pride een viering van mensenrechten is en daarom in de binnenstad thuishoort. De burgemeester vindt dat de hinder die Pride veroorzaakt daarom aanvaardbaar is en dat enige mate van hinder veroorzaakt door evenementen inherent is aan het wonen in de binnenstad. Het belang van het woon- en leefklimaat van bewoners is betrokken bij het verlenen van de vergunning. Om hinder zo veel mogelijk te beperken, zijn in de vergunning voorschriften opgenomen en worden maatregelen getroffen.
4.2.
Aan het bestreden besluit is het voorschrift verbonden dat straat- en pleinfeesten om 00:00 uur eindigen. Voor een aantal van die feesten geldt een zogenaamd uitloop-uur, waarin de bars en de toiletten nog geopend blijven nadat de muziek is gestopt. Met deze maatregel vertrekken bezoekers geleidelijk na het stoppen van de muziek, is er een natuurlijke uitloop en wordt wildplassen in de omgeving zoveel mogelijk voorkomen.
4.3.
In het bestreden besluit is dit voorschrift aangescherpt voor het op vrijdag 4 en zaterdag 5 augustus 2023 te houden pleinfeest Amstelveld, dat op beide dagen een eindtijd kent van 20:00 uur, op welk tijdstip de muziek uit moet en de bar dicht. De burgemeester stelt dat in het Pride beleid het Amstelveld na jaren van forse overlast voor de buurt wordt ontzien. Daar vindt geen grootschalig evenement meer plaats. Aangezien het Pride beleid nog niet is vastgesteld, heeft het college [2] in 2023 een afweging gemaakt voor het evenement op het Amstelveld. Uit gesprekken met de organisator van het straatfeest, ondernemers en omwonenden is duidelijk geworden dat deze mensen Pride als evenement waarderen. Het feest heeft ook een keerzijde en dat zijn de verschillende vormen van overlast die bewoners ervaren. Op langere termijn ziet het college graag dat op deze locatie een wezenlijk andere invulling wordt gegeven aan het evenement. Omdat het nieuwe beleidskader nog niet van kracht is, is besloten dat op het Amstelveld nog wel een straatfeest vergund kan worden, maar in aangepaste vorm. Concreet betekent dit dat het feest nog wel op twee dagen mag plaatsvinden, maar dat muziek en barverkoop om 20:00 uur moeten eindigen. Vervolgens heeft de organisator tot 21:00 uur de tijd om het publiek uit te laten stromen, aldus het bestreden besluit.
5.1.
De voorzieningenrechter stelt vast dat het nieuwe Pride beleid nog niet is vastgesteld, maar in voorbereiding is. Het beperken van de eindtijden van het pleinfeest Amstelveld moet dus worden getoetst aan het geldende beleid.
5.2.
In paragraaf 2.6 van het Geluidbeleid staat dat tijdens evenementen muziekgeluid is toegestaan vanaf 11:00 uur tot uiterlijk 23:00 uur. De eindtijd kan op dagen dat een weekenddag of een nationaal vastgestelde vrije dag volgt, maximaal tot 00:00 uur worden verlengd. Een verzoek daartoe wordt van geval tot geval beoordeeld, waarbij het belang van het woon- en leefmilieu zwaar wordt meegewogen. Daarin spelen de duur en de aard van de belasting een grote rol.
6. De burgemeester moet overeenkomstig de beleidsregel handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. [3]
7. De voorzieningenrechter is van oordeel dat onvoldoende is gemotiveerd waarom de burgemeester, in afwijking van het Geluidbeleid, aan het bestreden besluit het voorschrift heeft verbonden dat de muziek en de barverkoop tijdens het pleinfeest Amstelveld al om 20:00 uur moeten eindigen. In het bestreden besluit heeft de burgemeester gesteld, maar niet onderbouwd, dat de beperking van de eindtijden van het pleinfeest Amstelveld op jaren van forse overlast voor de buurt berust. Ook in het verweerschrift en op de zitting is die overlast niet toereikend gemotiveerd. Met het verweerschrift is een zienswijze ingebracht van een direct omwonende tegen de aanvraag van een vergunning voor Europride 2016. Deze enkele zienswijze is echter onvoldoende voor de beslissing van de burgemeester de eindtijden van het pleinfeest Amstelveld, vanwege de duur en de aard van de gestelde overlast voor de buurt, tot 20:00 uur te beperken. Ook overigens heeft de burgemeester niet aannemelijk gemaakt waarin het pleinfeest Amstelveld zich in termen van overlast onderscheidt ten opzichte van andere straat- en pleinfeesten tijdens Pride, welke feesten alle een vergunde eindtijd van 00:00 uur hebben. De voorzieningenrechter ziet daarom geen bijzondere omstandigheden die een afwijking van het Geluidbeleid rechtvaardigen.
8. De burgemeester heeft aangekondigd dat in de toekomst onder het komende Pride beleid waarschijnlijk geen plaats meer is voor een pleinfeest op het Amstelveld. Deze omstandigheid ligt in de toekomst en kan daarom in deze zaak niet leiden tot een ander oordeel.

Conclusie

9. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat het bezwaar van verzoekster een redelijke kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom toe en treft de voorlopige voorziening dat de eindtijd van het op vrijdag 4 en zaterdag 5 augustus 2023 te houden pleinfeest Amstelveld op beide dagen wordt bepaald op 00:00 uur, op welk tijdstip de muziek uit moet en de bar dicht.
10. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, moet de burgemeester het door verzoekster betaalde griffierecht aan haar vergoeden.
11. De voorzieningenrechter veroordeelt de burgemeester verder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.674,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe;
- schorst het bestreden besluit, voor zover daarbij de eindtijd van het pleinfeest Amstelveld en daarmee het uitzetten van de muziek en het sluiten van de bar is bepaald op 20:00 uur;
- bepaalt de eindtijd van het pleinfeest Amstelveld en daarmee het uitzetten van de muziek en het sluiten van de bar op 00:00 uur;
- bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 365,- aan verzoekster moet vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Hirzalla, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.M.N. van den Hazel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 juli 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 8 februari 2012,
2.Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
3.Artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.