ECLI:NL:RBAMS:2023:4295
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- M.F. Ferdinandusse
- E.H. Kalse-Spoon
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bewonersparkeervergunning Amsterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 9 februari 2023 een bewonersparkeervergunning aangevraagd voor het vergunninggebied Centrum-1a in Amsterdam. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft op 21 februari 2023 meegedeeld dat de aanvraag op de wachtlijst is geplaatst, omdat er geen parkeervergunningen meer beschikbaar zijn. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij gedurende de bezwaarprocedure een parkeervergunning kan krijgen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek zonder zitting beoordeeld, omdat het kennelijk ongegrond is.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker aanvoert dat hij een beroep kan doen op de spijtoptantenregeling, maar dat dit niet voldoende is om een voorlopige voorziening te treffen. Volgens artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een voorlopige voorziening alleen worden getroffen als er sprake is van 'onverwijlde spoed'. In deze zaak is er geen acute financiële nood of onomkeerbare situatie, waardoor het spoedeisend belang ontbreekt. Verzoeker heeft niet aangetoond dat hij in acute financiële nood verkeert en dat hij de parkeergelden niet kan betalen.
De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek kennelijk ongegrond is en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. M.F. Ferdinandusse, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Kalse-Spoon, griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 juli 2023.