In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 10 juli 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die een Woo-verzoek heeft ingediend, afgewezen. Verzoeker had op 24 mei 2023 verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot afspraken over een bijeenkomst in maart 2021. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder, had op 27 juni 2023 een besluit genomen waarin werd gesteld dat het verzoek een herhaald verzoek was, zonder nieuwe feiten of omstandigheden die een ander besluit rechtvaardigden.
De voorzieningenrechter overweegt dat een verzoek om voorlopige voorziening voor openbaarmaking van documenten niet snel wordt toegewezen, gezien het onomkeerbare karakter van openbaarmaking en de mogelijke gevolgen voor de bodemprocedure. Verzoeker heeft niet aangetoond dat er een spoedeisend belang is dat het treffen van een voorlopige voorziening noodzakelijk maakt. De zorgen van verzoeker over een voorgeleiding zijn niet voldoende om aan te tonen dat er een spoedeisend belang is, aangezien de gevraagde documenten niet direct verband houden met de voorgeleiding.
Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond af. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.