ECLI:NL:RBAMS:2023:4282
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening voor maatschappelijke opvang aan zwangere vrouw met zorgen over zelfredzaamheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een zwangere vrouw, verzoekster, die dakloos is geraakt na een relatiebreuk met huiselijk geweld en drugsmisbruik. Verzoekster had op 5 juni 2023 een aanvraag ingediend voor maatschappelijke opvang voor gezinnen, welke door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam op 30 juni 2023 werd afgewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat verzoekster in een kwetsbare situatie verkeert en er zorgen zijn over haar zelfredzaamheid en de gezondheid van haar ongeboren kind.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster door de GGD als zelfredzaam is beoordeeld, maar dat er wel zorgadvies is gegeven voor ondersteuning op verschillende levensgebieden. Tijdens de zitting zijn er brieven overgelegd van hulpverleners die de stressvolle situatie van verzoekster beschrijven en het belang van een stabiele woonsituatie benadrukken. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de afwijzing van de aanvraag voor maatschappelijke opvang niet voldoende rekening houdt met de kwetsbaarheid van verzoekster en de zorgen van hulpverleners.
Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten dat verzoekster per direct moet worden opgevangen in de noodopvang, met een voorlopige voorziening die geldt tot zes weken na de beslissing op bezwaar, of tot zes maanden na de bevalling van verzoekster. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster.