In deze zaak heeft de stichting Woningstichting Eigen Haard een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die sinds 24 mei 2016 een woning huurt van Eigen Haard. De huurovereenkomst bevat bepalingen die het kweken van hennep en andere activiteiten die onder de Opiumwet vallen verbieden. Op 28 maart 2023 ontving Eigen Haard een e-mail van de gemeente Amsterdam met het voornemen om de woning te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet, na een doorzoeking op 2 maart 2023 waarbij aanzienlijke hoeveelheden drugs en contant geld werden aangetroffen. De burgemeester heeft de woning vervolgens gesloten voor drie maanden, met ingang van 13 april 2023. Eigen Haard heeft de huurovereenkomst op 13 april 2023 buitengerechtelijk ontbonden.
In het kort geding vorderde Eigen Haard de ontruiming van de woning door de gedaagde, die niet op de zitting verscheen. De kantonrechter oordeelde dat Eigen Haard voldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming, gezien de ernstige overtredingen van de huurovereenkomst door de gedaagde. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen en de gedaagde veroordeeld om de woning uiterlijk op 15 juli 2023 te ontruimen en een gebruiksvergoeding van € 564,53 per maand te betalen totdat Eigen Haard weer de vrije beschikking over de woning heeft. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.