ECLI:NL:RBAMS:2023:4257

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
C/13/735509 / KG ZA 23-528
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting zorgregeling en voorlopige zorgregeling in kort geding tussen ouders na echtscheiding

Op 5 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw, die in 2007 in Syrië zijn getrouwd en in 2020 in Nederland zijn gescheiden. De man vorderde de hervatting van de zorgregeling voor hun drie kinderen, terwijl de vrouw tegenvorderingen had ingesteld, waaronder een verzoek om vervangende toestemming voor een vakantie naar Turkije met de kinderen. Tijdens de zitting werd het oudste kind van partijen gehoord, en beide partijen hebben hun standpunten toegelicht. De man stelde dat hij sinds mei 2023 de kinderen niet meer mee kreeg, terwijl de vrouw aanvoerde dat de omgang met de man problematisch was door zijn gedrag tegenover haar en de kinderen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de man werd afgewezen, omdat zijn eigen handelen de omgang in de weg zat. De tegenvorderingen van de vrouw werden toegewezen, wat inhield dat de omgang met de kinderen onder voorwaarden werd vastgesteld. De vrouw kreeg ook toestemming om met de kinderen op vakantie te gaan. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/735509 / KG ZA 23-528 VVV/MAH
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak op 5 juli 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie bij dagvaarding van 26 juni 2023,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. S. Bouddount te Weesp,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. L.D. Weerkamp te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, en mr. M.A.H. Verburgh, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen partijen met hun advocaten. Partijen worden ieder bijgestaan door een tolk Arabisch (de tolk van de man via een online verbinding).

1.De procedure

Op 5 juli 2023 is voorafgaand aan de zitting het oudste kind van partijen, [minderjarige 1] , gehoord door de voorzieningenrechter. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juli 2023 heeft de man de dagvaarding toegelicht en de vrouw de eis in reconventie (tegenvordering). Partijen hebben over en weer verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 29a lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt, dat op 6 juli 2023 aan partijen is afgegeven.

2.Waar gaat dit kort geding over?

2.1.
Partijen zijn in 2007 getrouwd in Syrië. Zij zijn in 2020 in Nederland gescheiden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank van 29 april 2020.
2.2.
Partijen zijn de ouders van:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2007 in [geboorteplaats 1] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats 2] , en
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2017 te [geboorteplaats 3] .
Partijen hebben gezamenlijk gezag.
2.3.
In de beschikking van 29 april 2020 is de volgende zorgregeling bepaald:
De kinderen zullen iedere woensdag en zondag gedurende vier uur bij de man zijn en [minderjarige 1] zal iedere twee weken in het weekend bij de man mogen logeren, een en ander met inachtneming van hetgeen in r.o. 2.5.5 van die beschikking is overwogen.
In r.o. 2.5.5 staat:
"De rechtbank zal hetgeen partijen hebben afgesproken over de zorgregeling vastleggen in de beschikking. Indien partijen bij Samen Doen een andere regeling overeenkomen kunnen zij van de hier vermelde regeling met wederzijdse overeenstemming afwijken of die aanvullen".
2.4.
Partijen hebben tot op heden geen andere regeling afgesproken bij Samen Doen (inmiddels onderdeel van het OKT). Blijkens een verslag van een gesprek van [naam] (OKT) met de ouders op 15 mei 2023 kan het OKT de ouders niet verder helpen.
2.5.
De man krijgt sinds begin mei 2023 de kinderen niet meer mee. Hij vordert nu hervatting van de zorgregeling, op straffe van een dwangsom.
2.6.
De vrouw heeft de volgende tegenvorderingen ingesteld, samengevat :
I. ten aanzien van [minderjarige 1] :
- dat hij zal worden gehoord door de voorzieningenrechter,
-
primair:dat er geen omgangsregeling zal gelden,
-
subsidiair:dat hij zelf kan bepalen wanneer hij in contact is met zijn vader of naar zijn vader toegaat,
II. ten aanzien van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] :
- primairdat zij gedurende een dagdeel in de week, danwel een in goede justitie vast te stellen tijdsbestek - zulks naar de mogelijkheden van de begeleidende instantie - omgang met de man zullen hebben onder begeleiding van een instantie zoals Sensa-zorg, danwel een andere in goede justitie vast te stellen instantie,
III. ten aanzien van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] :
(meer) subsidiair:voor hen een andere voorlopige zorgregeling vast te stellen,
IV. vervangende toestemming te verlenen aan de vrouw om met de kinderen van 15 augustus 2023 tot en met 5 september 2023 op vakantie naar Turkije te gaan en/of te bepalen dat zij hen in die periode bij zich mag hebben.
2.7.
De vrouw heeft op 4 juli 2023 bij deze rechtbank een verzoek ingediend tot wijziging van de zorgregeling.

3.De mondelinge uitspraak

3.1.
Vanwege de samenhang worden de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk besproken.
3.2.
Partijen zijn de ouders van drie kinderen, van 15, 7 en 6 jaar. De man wil dat de omgang wordt hervat. De vrouw wil dat [minderjarige 1] zelf mag bepalen of hij omgang heeft met zijn vader en dat de andere jongens slechts omgang hebben begeleid door iemand die de taal van de man spreekt.
3.3.
De man zegt verrast te zijn dat de omgang beëindigd is in mei van dit jaar. Dat hij verrast is, is verrassend omdat hij in mei jl. bij een gesprek op het OKT is geweest, met tolken, waarin is besproken dat de omgang wordt belemmerd doordat de man al jaren structureel kwaad spreekt over de vrouw tegen de kinderen.
3.4.
Uit de verklaringen van de vrouw en [minderjarige 1] blijkt dat de man op de vrouw scheldt in het openbaar (op het schoolplein) en de kinderen ertoe aanzet te schelden tegen de vrouw. De man brengt daarmee de kinderen in de problemen. Als gevolg van de problemen en de verantwoordelijkheden die [minderjarige 1] opgedrongen krijgt als gevolg van het handelen van zijn vader, krijgt hij nu agressie-regulatietraining en ondervindt hij problemen op school. De man ontkent en bagatelliseert dit alles. Dat is ook zorgwekkend.
3.5.
Het is duidelijk dat de man door zijn eigen handelen de omgang in de weg zit. Het is in het belang van de kinderen dat hij leert respectvol naar de vrouw te handelen.
3.6.
Intussen heeft de vrouw haar best gedaan de omgang van de man met de kinderen voort te zetten en heeft daartoe de kinderen begeleid bij de bezoeken aan de man. Ook heeft zij de man bij haar thuis ontvangen om hem de mogelijkheid te geven de kinderen te zien als deze liever bij de vrouw thuis bleven. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de man stelt dat de vrouw de omgang tegengaat en belemmert. Dat blijkt niet uit de feiten.
3.7.
Dit betekent dat de vordering van de man zal worden afgewezen en dat de tegenvorderingen van de vrouw zullen worden toegewezen zoals in de beslissing vermeld. Dat laatste zal inhouden dat
- [minderjarige 1] omgang met zijn vader zal hebben alleen wanneer [minderjarige 1] dat zelf wenst en aangeeft,
- dat [minderjarige 2] en [minderjarige 3] omgang zullen hebben met de vader een of tweemaal per week na schooltijd onder begeleiding van Arabisch sprekende medewerkers van Sensa, Unal of een vergelijkbare instelling. En dat op zodanige plaats en tijden dat die begeleiding mogelijk is. Dat kan dus betekenen dat de omgang nog niet mogelijk is zo lang die begeleiding nog niet beschikbaar is.
3.8.
De door de vrouw gevorderde vervangende toestemming voor de vakantie in Turkije in de gevraagde periode zal worden verleend. De vader stemt daarmee in. Het belang van de kinderen verzet zich er ook niet tegen.
3.9.
Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten zullen worden gecompenseerd en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
4.1.
weigert de gevraagde voorziening,
4.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in reconventie
4.3.
stelt de volgende voorlopige omgangsregeling vast:
- [minderjarige 1] zal alleen omgang met de man hebben wanneer [minderjarige 1] dat zelf wenst en aangeeft,
- [minderjarige 2] en [minderjarige 3] zullen omgang hebben met de man een of tweemaal per week na schooltijd onder begeleiding van Arabisch sprekende medewerkers van Sensa, Unal of een vergelijkbare instelling zodra deze begeleiding beschikbaar is en op de wijze, plaats en tijden als bepaald door die instelling na overleg met de ouders,
4.4.
verleent de vrouw vervangende toestemming om met de kinderen,
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2007 in [geboorteplaats 1] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats 2] , en
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2017 te [geboorteplaats 3] .
van 15 augustus 2023 tot en met 5 september 2023 op vakantie naar Turkije te gaan,
4.5.
verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Type: MAH
Coll: BB