Uitspraak
the Regional Court in Gdańsk, Polen(hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
final aggregate judgementvan
the District Court Gdańsk-South(kenmerk X K 357/16) van 13 september 2016. Met dit verzamelvonnis zijn de onderstaande twee vonnissen samengevoegd:
the District Court Gdańsk-South in Gdańskvan 1 februari 2011 (kenmerk X K 917/10);
the District Court Gdańsk-South in Gdańskvan 5 juli 2011 (kenmerk X K 367/09);
final judgementvan
the District Court Gdańsk-South in Gdańskvan 14 januari 2014 (kenmerk X K 1642/12).
the Regional Court in Gdansk. Criminal Appellate Division Vhet verzamelvonnis met kenmerk X K 357/16 in stand gelaten.
the Regional Court in Gdansk. Criminal Appellate Division Vhet vonnis met kenmerk 1642/14 in stand gelaten
appointed by himself” en dat alleen de public prosecutor hoger beroep heeft ingesteld. De opgeëiste persoon was blijkens de aanvullende informatie van 15 mei 2023 niet aanwezig bij de behandeling van de zaak in hoger beroep. Uit deze aanvullende informatie blijkt ook dat de oproep voor de zitting in hoger beroep naar het kantooradres van de advocaat is verstuurd. Uit het dossier noch uit de aanvullende informatie blijkt of de opgeëiste persoon de advocaat in hoger beroep ook daadwerkelijk had gemachtigd. Niet is gebleken dat de opgeëiste persoon rekening moest houden met of op de hoogte was van de procedure in hoger beroep. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de opgeëiste persoon zijn verdedigingsrechten heeft kunnen uitoefenen.
appointed by himself” had, maar niet is gebleken dat de opgeëiste persoon deze advocaat had gemachtigd. De oproepingen zijn vergeefs aangeboden op het adres van de opgeëiste persoon, maar niet opgehaald bij het postkantoor. Niet is gebleken dat de opgeëiste persoon een adresinstructie is gegeven die zich ook uitstrekt over een eventueel hoger beroep, dat het hoger beroep is ingesteld in opdracht of met medeweten van de opgeëiste persoon dan wel dat hij anderszins rekening moest houden met of op de hoogte was van de procedure in hoger beroep. De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de opgeëiste persoon zijn verdedigingsrechten heeft kunnen uitoefenen. De rechtbank zal om dezelfde reden als hiervoor is overwogen de zaak niet aanhouden om aanvullende vragen te stellen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit. Dit betekent dat de rechtbank de overlevering ook voor dit vonnis zal weigeren.
4.Slotsom
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Gdańsk, Polen.