Op 1 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse verdachte op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De zaak betreft de vordering ex artikel 23 Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie, en is behandeld op een openbare zitting op 18 januari 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB is uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Poznań op 16 september 2022 en dat het strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is geboren in 1976.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De verdediging heeft aangevoerd dat de opgeëiste persoon niet in persoon aanwezig was bij het proces dat leidde tot het vonnis waarop het EAB is gebaseerd, en dat er geen van de in artikel 12 OLW genoemde omstandigheden zich hebben voorgedaan. De officier van justitie heeft echter geconcludeerd dat de rechtbank van haar bevoegdheid om de overlevering te weigeren kan afzien.
De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel de opgeëiste persoon niet in persoon aanwezig was bij het proces, hij op de hoogte was van de rechtsgang en dat hij niet heeft gereageerd op de oproep om te verschijnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overlevering aan Polen geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon oplevert. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er geen weigeringsgronden zijn.